Hernieuwbare energie groeit, vaker overschotten | 06-januari-2025 |
In 2024 groeide de productie van hernieuwbare energie met 11 procent. Er waren ook steeds vaker overschotten van groene stroom. Met goede opslag hadden we 250 miljoen kubieke meter gas kunnen besparen. Stroom was op meer momenten dit jaar bijna gratis. Dit blijkt uit de jaarcijfers van Energieopwek.
Vooral de productie uit windmolens (+ 14 procent) en door zonnepanelen (+ 15 procent) droegen bij aan de groei. Belangrijkste reden hiervoor is dat er dit jaar twee windparken op zee in productie kwamen en het aantal geïnstalleerde zonnepanelen ook doorgroeide. De groei had rond de 13 procent kunnen uitkomen. Dit jaar werden molens en panelen vaker uitgezet omdat er op dat moment geen vraag was naar de energie en er nog te weinig de opslagmogelijkheden was.
Zon en wind belangrijkst, warmtepompen in opkomst
De motoren achter de hernieuwbare productie zijn zon en wind. Opgeteld namen die bronnen 2/3 van de totale groei voor hun rekening. De warmtepompen dragen ook steeds meer en waren goed voor een kwart van de groei.
Totale hernieuwbare bijdrage van warmtepompen komt daarmee uit op bijna 30 Petajoule, dat is ruim 1,5 procent van de finale energievraag. Hierbij moet worden aangetekend dat warmtepompen gewoonlijk gebruikt worden in zeer goed geïsoleerde gebouwen, die relatief weinig warmte nodig hebben.
In vergelijking met vorig jaar werd er iets minder biomassa mee gestookt in de kolencentrales. De daling was relatief beperkt. De kolencentrales moesten dit najaar volop draaien toen de wind regelmatig weinig waaide.
Het gebruik van biomassa groeide wel met zo’n 9 procent. Dat zit hem vooral in het gebruik van biobrandstoffen. Energieopwek heeft hier zelf geen data over en baseert zich daarbij op de Klimaat en Energie Verkenning (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Steeds vaker overschotten
Dit jaar kwam het afschakelen van molens en panelen steeds vaker voor. Dit gebeurt als de totale productie van zon en wind hoger dreigt te worden dan de nationale stroomvraag plus de export. Het resultaat is dan dat de stroomprijs nihil of zelfs negatief wordt. Voor producenten is het dan verliesgevend hun installaties te laten aanstaan. Soms konden ze ook hun stroom niet kwijt omdat het stroomnet vol zat.
250 miljoen kubieke meter gas
Met deze overschotten had bijvoorbeeld groene waterstof kunnen worden gemaakt. EnTranCe vertaalt dit in een virtuele elektrolyser. Die had dit jaar ruim 1500 uur kunnen draaien, dat is bijna 17 procent van het hele jaar.
De totale hoeveelheid afschakelde elektriciteit wordt dit jaar geschat op ruim 3 TWh. Dat is driemaal zoveel als vorig jaar. Met die hoeveelheid had 60 miljoen kilogram waterstof kunnen worden gemaakt. Dat had bijna 250 miljoen kubieke meter aardgas kunnen vervangen. Nederland heeft dus eigenlijk schone energie laten weglopen om later met fossiele energie aan de vraag te voldoen.
Hele jaar meer dan 50 procent groene stroom
Het aandeel van groene stroom groeide dit jaar van 50 naar 54 procent. Het is voor het eerst dat de groene stroomproductie op jaarbasis boven de 50 procent is uitgekomen. Het had op 56,5 procent kunnen uitkomen als de panelen en molens niet waren uitgezet, maar hun stroom hadden kunnen opslaan om later alsnog aan het stroomnet te leveren.
Het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) gaat ervan uit dat we in 2030 75 procent van onze stroom duurzaam opwekken.
Pieken en dalen
Acht van de twaalf maanden lag de productie van groene stroom boven de 50 procent. April was de topmaand met een aandeel van ruim 68 procent. November was het dieptepunt met een aandeel van 38 procent. Deze windstille en grauwe novembermaand was ook enige periode dat de productie van hernieuwbare energie iets daalde in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar.
Bron: Nationaal Klimaat Platform
Foto: andreas160578 op Pixabay