Houten kozijnen vervangen door kunststof kozijnen, kan dat zomaar?

Is het vervangen van kozijnen vergunningplichtig volgens het Besluit omgevingsrecht en worden in het Bouwbesluit eisen gesteld?

Menig woningeigenaar kent het probleem: houten ramen en kozijnen, die om de zoveel jaar onderhoud vergen. En niet zo maar onderhoud, maar schuren, ontvetten, plamuren, nog een keer schuren maar dan met korreltje 180 of 240, in de grondverf zetten, aflakken en voor de zekerheid nog een keer aflakken. En als je pech hebt, een steiger opbouwen en weer afbreken.

Voor je het weet, is je vakantie voorbij en is alleen de bovenkant van je schouders en oorschelpen bruin verbrand. Of, nog erger, al je vakantiegeld is opgegaan aan de schilder.

Wel vergunning, geen vergunning?

Wanneer de houten ramen, deuren en kozijnen vervangen worden door kunststof ramen, deuren en kozijnen met dezelfde indeling, vormgeving, profiel en detaillering hoeft geen omgevingsvergunning aangevraagd te worden, omdat dit volgens de Bor, Bijlage II, Hoofdstuk 2, onderdeel 1 (Besluit omgevingsrecht) valt onder gewoon onderhoud. Dit geldt voor alle gevels inclusief de voorgevel en vanaf openbaar toegankelijke ruimte zichtbare gevels.

Wanneer het uiterlijk wél wijzigt, bijvoorbeeld als de indeling of de vormgeving wijzigt, moet voor de voorgevel en eventuele vanaf openbaar toegankelijke ruimte zichtbare gevels een omgevingsvergunning aangevraagd worden. In achtergevels of niet naar openbaar toegankelijke gebied gekeerde zijgevels van het hoofdgebouw, of in gevels van een bijbehorend bouwwerk die tenminste 1 meter vanaf de erfgrens liggen mag het uiterlijk en de indeling van een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel wijzigen zonder dat een vergunning hoeft te worden aangevraagd. Via het digitale Omgevingsloket kun je eenvoudig een vergunningscheck doen, om te bepalen of een vergunning noodzakelijk is.

Welstandseisen of welstandsvrije zone?

Voor de voorgevel en vanaf openbaar terrein zichtbare andere gevels kunnen welstandseisen gelden. Die verschillen per gemeente. De gemeente kan ook een welstandsvrije zone hebben bepaald, zodat er helemaal geen welstandseisen voor het gebied zijn. Hiervoor kan het beste de gemeente geraadpleegd worden. Stelregel is dat wanneer geen omgevingsvergunning nodig is, ook geen welstandseisen gelden. Alleen wanneer het uiterlijk van het gebouwde “in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand” kan de gemeente op grond van de “excessenregeling” optreden. Maar dan heb je het letterlijk of figuurlijk wel héél bont gemaakt met je kozijnen.

Buren hebben rechten

Een onderdeel van het Burgerlijk Wetboek is het burenrecht. Ook bij het vervangen van kozijnen of een verbouwing dient hiermee rekening gehouden te worden. Met de vervanging van kozijnen of willekeurig welke andere verbouwing mag u de buren geen schade berokkenen.

Een eerste stap om vetes en vijandelijkheden met uw buren te voorkomen, is overleg. Vertel uw buren wat u van plan bent en hoe, waarom en wanneer. Meestal komt u er op die manier wel uit, eventueel met een kleine aanpassing van plan of planning.

Alle rechten en plichten zijn vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, Boek 5, Titel 4 (bevoegdheden en verplichtingen), Titel 5 (mandeligheid) en Titel 6 (erfdienstbaarheid).

Bijzondere gevallen

Wanneer de vervanging plaatsvindt bij een monument of in een door het Rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht is in veel gevallen het vervangen van de kozijnen, ramen en deuren ook vergunningsvrij mogelijk, mits deze er hetzelfde uitzien. En daar zit wel het probleem: lang niet alle klassieke profielen en raamvormen zijn uitvoerbaar in kunststof. Raadpleeg het digitale Omgevingsloket om er zeker van te zijn dat een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is en neem in het geval van een gemeentelijk monument ook zeker contact op met de gemeente.

De beuk erin: voor wie meer dan alleen vervangen van kozijnen

Voor wie meer wil, dan alleen het vervangen van houten kozijnen door kunststof kozijnen, is behalve de vergunningscheck bij het Omgevingsloket ook de brochure van de Rijksoverheid “Aanbrengen of veranderen van kozijnen of het veranderen van gevelpanelen” een aanrader.

Van stalen kozijnen naar aluminium kozijnen

Voor stalen kozijnen naar aluminium kozijnen, of van houten kozijnen naar hout/aluminium kozijnen: het kan allemaal vergunningsvrij, wanneer indeling, vormgeving, profiel en detaillering precies hetzelfde blijven.

Wat zegt het Bouwbesluit?

Voor bestaande bouw zijn ook eisen in het Bouwbesluit opgenomen, waar men bij vervanging van kozijnen rekening moet houden. Wat die eisen zijn, is afhankelijk van het soort gebouw ofwel de functie van de ruimte in het gebouw.

In het algemeen gelden regels ten behoeve van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu ook voor bestaande bouw en verbouwingen, alleen zijn die soms minder streng dan ze voor nieuwbouw zijn.

Veiligheidseisen n.a.v. het Bouwbesluit
  • Doorvalbeveiliging: Voor gevelopeningen op de verdieping geldt, dat ze een vloerafscheiding moeten hebben met een hoogte van tenminste 1 meter, gemeten vanaf de vloer. Bij vloeren hoger dan 13 boven het maaiveld moet de doorvalbeveiliging tenminste 1,2 meter hoog zijn. Bij een Frans balkon op de verdieping is dan dus een hek of veiligheidsglazen niet overklauterbare afscheiding met een hoogte van ten minste 1 meter noodzakelijk, waarin tot een hoogte van 0,7 meter geen openingen zitten waardoor een bol met een diameter van 10 cm of groter zou kunnen passeren. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 2, Afdeling Artikel 2.17, 2.18, 2.19 en 2.21.)
  • Vluchtroute: beweegbare constructiedelen, zoals opende ramen en deuren, mogen geen hinder veroorzaken bij het vluchten en het gebruik van de aangrenzende openbare ruimte. Bij nieuwbouw en verbouw geldt, dat bij een geopende raam of openstaande deur waarlangs een beschermde vluchtroute voert, een vrije doorgang van tenminste 0,6 m breed en minstens 2,2 meter hoog moet zijn. Voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw geldt, dat boven een weg waarover motorvoertuigen mogen rijden, de onderzijde van de naar buiten draaiende delen tenminste 4,2 meter boven die weg moet liggen. Voor een weg waarover geen motorvoertuigen komen is die hoogte tenminste 2,2 meter. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 2, Afdeling 2.7, Artikel 2.50, 2.51 en 2.52.)
  • Brand en rook beperken: Kozijnen, ramen, deuren en constructieonderdelen die daaraan gelijk te stellen zijn, moeten voor nieuwbouw en verbouw voldoen aan brandklasse D volgens NEN-EN 13501-1. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 2, Afdeling 2.9, Artikel 2.68 5. en 2.73.)
  • Branddoorslag en brandoverslag: ter voorkoming van brandoverslag tussen brandcompartimenten (in dit geval waarschijnlijk woningen) moet een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag volgens NEN 6068 worden gerealiseerd van ten minste 30 minuten, tenzij de afstand tussen de brandcompartimenten/woningen ten minste 5 meter is. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 2, Afdeling 2.10, Artikel 2.84 en 2.85.)
Gezondheidseisen uit het Bouwbesluit
  • Geluid van verkeer en industrie: in een verblijfsgebied binnen een gebouw moet de gebruiker beschermd zijn tegen geluidshinder. Een uitwendige constructie moet een bepaalde karakteristieke geluidwering van ten minste 20 dB hebben. Bij industrielawaai, weg-/verkeerslawaai en spoorlawaai en luchtvaarlawaai zijn hogere waarden van toepassing, afhankelijk van de toegestane waarden voor slaapfuncties en verblijfsfuncties. Voor weg- en spoorlawaai is dat respectievelijk 33 dB en 28 dB, voor industrielawaai is dat respectievelijk 35 dB(A) en 30 dB(A). Voor luchtverkeerslawaai is de vereiste karakteristieke geluidwering  in dB afhankelijk van de geluidbelasting in Ke, variërend van 30 tot 40 dB. In de buurt van Schiphol gelden aparte normen. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 3, Afdeling 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 en 3.5.)
  • Geluid van installaties: in het Bouwbesluit wordt aangegeven dat installaties (toilet, kraan, mechanische ventilatie, CV-ketel of boiler, waterdrukverhoger of hydrofoor, etc.) in een verblijfsgebied op het aangrenzend perceel of het eigen perceel maximaal een volgens NEN 5077 bepaald karakteristiek installatiegeluidniveau van 30 dB mogen hebben. Voor mechanische installaties voor luchtverversing, warmteopwekking of warmteterugwinning geldt een maximaal installatiegeluidniveau van 30 dB voor verblijfsruimtes en 35 dB voor onderwijsfuncties en kinderopvang. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 3, Afdeling 3.2, Artikel 3.7, 3.8 en 3.9.)
  • Luchtverversing: het kan zijn, dat de toevoer van verse lucht in de nieuwe ramen en kozijnen geregeld moet worden. Hiervoor moeten dan voorzieningen worden opgenomen. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 3, Afdeling 3.6, Artikel 3.28, 3.29, 3.30, 3.31, 3.32, 3.33, 3.34 en 3.35.)
  • Spuifunctie: voor woonfuncties, kinderopvang en basisonderwijs moet voorzien zijn in de mogelijkheid om snel verontreinigde lucht weg te kunnen ventileren. De te openen delen in de gevel moeten op de benodigde capaciteit van tenminste 6 dm3/s/m2 vloeroppervlakte zijn berekend. Ten minste één van de ramen of deuren in een verblijfsruimte moet naar buiten te openen zijn. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 3, Afdeling 3.7, Artikel 3.41, 3.42, 3.43 en 3.44.)
  • Toetreding van daglicht: er moet voldoende daglicht in een bouwwerk kunnen toetreden. Voor verschillende gebruiksfuncties zijn grenswaarden aangegeven, voor woonfuncties is dat bijvoorbeeld een daglichtoppervlakte van 10 % van het vloeroppervlak in m2, met een minimum van 0,5 m2. Bij het berekenen van daglichttoetreding moet ook rekening gehouden worden met de belemmeringen. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 3, Afdeling 3.11, Artikel 3.74, 3.75 en 3.76.)
Bruikbaarheidseisen uit het Bouwbesluit
  • Vrije doorgang: een doorgang moet bij nieuwbouw tenminste 85 cm breed zijn en een vrije hoogte van ten minste 2,3 meter hebben, maar bij vervanging kan uitgegaan worden van de voorschriften voor bestaande bouw, uitgaande van het rechtens verkregen niveau. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 4, Afdeling 4.4, Artikel 4.21, 4.22 en 4.29.)
Eisen op gebied van energiezuinigheid en milieu
  • Thermische isolatie: ramen, deuren en kozijnen hebben een volgens NTA 8800 bepaalde warmtedoorgangscoëfficiënt van ten hoogste 2,2 W/m2·K. (Bouwbesluit, Hoofdstuk 5, Afdeling 5.1, Artikel 5.1, 5.3 en 5.6.)

Foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed [CC BY-SA 4.0], via Wikimedia Commons

« Nieuws overzicht