Mengvormen van ventilatiesystemen | 08-juli-2019 |
De klassieke NEN 1087 indeling vervaagt
In de praktijk is de klassieke NEN 1087-indeling van ventilatiesystemen aan het vervagen en er ontstaan mengvormen waarin natuurlijke en mechanische ventilatie gecombineerd worden. Hieronder gaan we in op de nieuwste ontwikkelingen van ventilatie-installaties sinds BENG is aangekondigd.
Minister Blok stelde dat de eisen van BENG als consequentie hebben dat er sprake zal zijn van betere isolatie en een grotere luchtdichtheid van de gebouwen, waardoor de afhankelijkheid van de ventilatievoorzieningen in gebouwen voor een gezond binnenklimaat toeneemt.
De klassieke indeling van ventilatiesystemen A, B, C en D wordt meer en meer op de schop genomen door enorme recente ontwikkelingen op het gebied van energiezuinige ventilatiesystemen. Onder andere de volgende mengvormen zijn inmiddels ontstaan:
|
Decentrale ventilatiesystemen
Bij ventilatiesysteem C als D wordt in het algemeen uitgegaan van centrale ventilatieunits. De toepassing van decentrale systemen waarbij de ventilatie op ruimteniveau wordt geregeld is een nieuwe ontwikkeling in de praktijk. In een decentrale unit kan verwarmen, ventileren en warmteterugwinning ook gecombineerd worden. Voor de ventilatie worden deze systemen vaak van vocht- en/of CO2-sensoren voorzien voor regeling van de luchtkwaliteit.
Hybride ventilatie
Hybride ventilatie gebruikt natuurlijke ventilatie zolang het nog verantwoord is en is afgestemd op een minimaal energieverlies en minimaal energieverbruik. Zodra de natuurlijke ventilatie letterlijk de spuigaten uit loopt, wordt er automatisch overgeschakeld naar mechanische ventilatie. Op deze manier ontstaat ten allen tijde een aanvaardbaar binnenmilieu en energieverbruik. Hybride ventilatie kan zowel op de afvoer als op de toevoer worden toegepast. Hybride ventilatie regelt de ventilatie op basis van de luchtkwaliteit en/of gerealiseerd volumestroom door middel van sensoren.
Semi-gebalanceerde ventilatiesystemen
Natuurlijke toevoer in ventilatiesystemen kan steeds geavanceerder plaatsvinden. Lokale toevoerroosters kunnen zelfregulerend aangestuurd worden, bijvoorbeeld op basis van CO2-gehalte in de binnenlucht, de vochtigheid van de lucht of een timer (of combinaties van die drie). Als deze zelfregulerende toevoerroosters worden aangesloten op mechanische afzuiging, dan is er ook sprake van balansventilatie. Lokale mechanische toevoerroosters kunnen ook worden voorzien van CO2- en/of vochtsensoren. Door deze te koppelen aan mechanische afzuiging, ontstaat er ook een gebalanceerd ventilatiesysteem.
Doordat de toevoer- en afvoerluchtstromen wel van elkaar gescheiden plaatsvinden, kan er geen warmteterugwinning worden toegepast. De bezuiniging op energie wordt alleen gehaald door vraaggestuurd te ventileren.
Meer informatie
Over het belang van ventileren en de hierboven beschreven basistechnieken verstrekt het RVO het Infoblad 'Ventilatiesystemen in energiezuinige nieuwbouwwoningen' met daarin ook meer informatie over deze mengvormen.
>> Basiskennis Installaties: Ventilatiesystemen A, B, C, D (NEN 1087) |