Glas in spreekwoorden en gezegden | 23-november-2019 |
Is het glas halfvol of halfleeg? En hoe zat het ook al weer met dat vensterglas van Bomans?
De Nederlandse taal kent veel spreekwoorden en zegswijzen met een glas erin, maar slechts een zeer klein deel ervan is ook bouwkundig glas. Het zij ons vergeven.
Dat is zo helder als glas. Dat is helemaal duidelijk. | |
Daar heb je het gedonder in de glazen. Daar begint het gedoe, de misère. | |
Een glazen boterham. Een glas jenever. | |
Gekken en dwazen schrijven hun naam op deuren en glazen. Idioten schrijven op allerlei plekken hun naam of bekladden de boel, waar dat niet is toegestaan. | |
Het glaasje op zijn kant zetten. Het glas leegdrinken. | |
Hij is in glasblazerskostuum. Hij heeft weinig kleding aan (en zij trouwens ook). | |
Te diep in het glaasje kijken. Een borrel (of twee, drie) te veel drinken. | |
Te veel zorg breekt het glas. Je moet ook niet té voorzichtig willen zijn. | |
Waar de waard gaat, het glas beslaat. Je beroep oefen je altijd en overal uit. | |
Zij heeft last van het glazen plafond. Zij kan geen carrière maken omdat ze een vrouw is. | |
Zij wonen in een glazen huis. Zij hebben geen privéleven; alles wat ze doen is openbaar. Afbeelding van David Mark via Pixabay | |
Zijn eigen glazen ingooien. Het voor zichzelf bederven. |
Oh ja, en dat vensterglas? Dit is vrij naar Michel van der Plas (die het toeschreef aan Bomans, maar het zelf schreef, mogelijk geïnspireerd door Friedrich Torberg):
Ik zit hier achter enkel glas
mij dubbel te vervelen
ik wou dat ik twee hondjes was
dan kon ik samen spelen
« Nieuws overzicht