Omschrijving
Blokkenwanden zijn binnenwanden vervaardigd uit blokken of stenen die in het werk worden verlijmd of vermetseld. De wanden bezitten een hoge brandwerendheid en gunstige mechanische en akoestische eigenschappen.
Afhankelijk van de aard van het materiaal, kunnen deze wanden, zowel constructief als scheidend worden toegepast. Constructieve toepassing vindt plaats bij dragende binnenwanden, scheidende toepassing vindt onder andere plaats bij brandwerende, inbraakwerende en/of separerende binnenwanden.
Blokkenwanden worden als permanente, niet verplaatsbare, binnenwanden aangemerkt.
Meteen een product vinden? >> Blokkenwanden op NBD-Online |
Kenmerken
- Verlijmde of gemetstelde blokkenwand;
- Woningscheidende wanden;
- Dragende binnenwanden.
Referentienummers
- Blokkenwanden binnen
- (22) Binnenwanden
- 22.00 metselwerk, 22.41 baksteen, gelijmd, 22.42 kalkzandsteen, gelijmd, 22.43 betonsteen, gelijmd, 22.31 baksteen met mortel, 22.32 kalkzandsteen met mortel, 22.33 betonsteen met mortel, 22.34 natuursteen met mortel, 22.35 glazen bouwsteen met mortel, 22.36 leemsteen met mortel
- Blokkenwanden, Binnenwanden, Dragende binnenwand, Woningscheidende wand
Samenstelling
Systeemopbouw van blokkenwanden
Blokkenwanden worden samengesteld uit stenen of blokken die in het werk door middel van mortel of lijm met elkaar worden verbonden.
Op basis van het gewicht kunnen blokkenwanden worden ingedeeld in:
- zware blokkenwanden:
samengesteld van stenen en blokken met een gewicht groter dan 1 kN/m2. Hiertoe kunnen in het algemeen de blokkenwanden van grindbeton, baksteen, kalkzandsteen en glas worden gerekend. - lichte blokkenwanden:
samengesteld van stenen en blokken met een gewicht kleiner dan 1 kN/m2. Hiertoe kunnen in het algemeen de blokkenwanden van cellenbeton en gips worden gerekend.
Op basis van het gebruikte hechtmiddel kunnen de blokkenwanden worden ingedeeld in:
- gemetselde blokkenwanden:
deze blokkenwanden worden meestal als "schoonwerk" toegepast in situaties waar hoge esthetische eisen aan de binnenwand worden gesteld. In het algemeen worden voor dergelijke wanden, blokken van relatief kleine afmetingen (stenen in waal-, maasformaat e.d.) toegepast. Hierbij worden zowel de lint- als de stootvoegen van mortel voorzien. - gelijmde blokkenwanden:
deze blokkenwanden worden meestal als "vuilwerk" toegepast in situaties waarbij het esthetische uiterlijk door een afwerking wordt bereikt of als "schoonwerk" in situaties waar de esthetische eisen van ondergeschikt belang worden geacht, zoals in magazijnen, bedrijfshallen, loodsen e.d. In het algemeen worden voor dergelijke wanden, blokken van relatief grote afmetingen (ca. 300 mm breed) toegepast. Hierbij worden meestal alleen de lintvoegen van lijm voorzien.
Esthetisch "schoonwerk" in gelijmde uitvoering kan worden gerealiseerd door het verlijmen van baksteen of het verlijmen van blokken die van een velling zijn voorzien.
Naar de toepassing kunnen de blokkenwanden worden ingedeeld in:
- dragende blokkenwanden:
hiertoe behoren de dragende binnenwanden, die deel uitmaken van de draagconstructie en tegelijk een scheidende functie kunnen hebben. - scheidende blokkenwanden:
hiertoe behoren de niet-dragende binnenwanden, die als scheidingswanden alleen een scheidende functie hebben.
In de praktijk worden de blokkenwanden meestal onderscheiden, naar het materiaal waarvan ze zijn vervaardigd. Zo zijn er blokkenwanden op basis van:
- beton:
- grindbeton;
- lichtbeton;
- baksteen:
- standaard baksteen;
- lichte baksteen;
- kalkzandsteen;
- cellenbeton;
- gips;
- glas.
Elementopbouw van blokkenwanden
Blokkenwanden van beton
Deze blokkenwanden worden vervaardigd uit homogene blokken van licht of grindbeton. De blokken kunnen vol zijn, voorzien van sponningen of van gewichtsbesparende holten.
Blokkenwanden van beton hebben een grote draagkracht en hoge brandwerendheid. Nadelen zijn het hoog eigen gewicht, de relatief lage geluidsabsorptie en de moeilijke spijkerbaarheid van de wanden. Het nadeel van het hoog eigen gewicht, kan door toepassing van lichtbeton, worden ondervangen.
Stenen worden in het algemeen vermetseld en al dan niet dragend toegepast. Representatieve binnenwanden met stenen worden meestal als "schoonwerk" uitgevoerd. Blokken zijn vaak voorzien van sponningen, worden in het algemeen verlijmd en als "vuilwerk" in woning- en utiliteitsbouw toegepast. Door overeenkomende materiaaleigenschappen zijn betonblokken zeer goed geschikt voor het realiseren van wanden binnen een betonskelet.
Blokkenwanden van baksteen
Deze blokkenwanden worden vervaardigd van diverse soorten baksteen, zowel vol als geperforeerd. Naast standaard gevelbaksteen kunnen ook zachtere soorten, lichtgewichtbaksteen of holle baksteen worden toegepast.
Blokkenwanden van baksteen vertonen geringe vervorming onder invloed van temperatuur en vocht en kunnen in grote variatie aan kleuren en metselverbanden worden gemaakt. De wanden zijn onderhoudsvrij en zeer duurzaam. Een nadeel is een relatief hoog eigen gewicht. Door toepassing van lichtgewicht- en holle baksteen kan dit nadeel worden ondervangen.
Blokkenwanden van baksteen worden overwegend vermetseld maar ook het verlijmen van baksteen is mogelijk.
- Blokkenwanden van kalkzandsteen:
deze blokkenwanden worden vervaardigd van kalkzandsteen blokken in diverse formaten. De blokken kunnen vol zijn, voorzien van sponningen, vellingen of gewichtsbesparende holten.
Blokkenwanden van kalkzandsteen kunnen, door de grote maatvastheid van de blokken, zeer strak en snel worden uitgevoerd. Een nadeel is het beperkt aantal kleuren, waarin de wanden gerealiseerd kunnen worden en de relatief hoge vervorming onder invloed van temperatuur en vocht.
Stenen kunnen zowel in "schoonwerk" als in "vuilwerk" worden vermetseld. Blokken worden meestal verlijmd en als "vuilwerk" in woning- en utiliteitsbouw toegepast. - Blokkenwanden van cellenbeton:
deze blokkenwanden worden vervaardigd van massieve cellenbetonblokken in diverse formaten.
Blokkenwanden van cellenbeton hebben een laag eigen gewicht en een hoog warmte-isolerend, brandwerend en vochtregulerend vermogen. Nadelen zijn de lage slijtvastheid en dat ze slechts in één kleur gerealiseerd kunnen worden.
Cellenbetonblokken worden in het algemeen verlijmd en als "vuilwerk" in woning- en utiliteitsbouw toegepast. - Blokkenwanden van gipsblokken:
deze blokkenwanden worden vervaardigd van gipsblokken in diverse formaten. De blokken zijn massief en voorzien van sponningen ("hol" en "dol" profiel).
Blokkenwanden van gipsblokken hebben een laag eigengewicht en een relatief hoog geluiddempend vermogen. Nadelen zijn een relatief hoge vervorming onder invloed van temperatuur en vocht en de lage bestandheid tegen water. Voor natte ruimten moeten speciale gehydrofobeerde gipsblokken worden aangewend.
Gipsblokken worden in het algemeen verlijmd en als "vuilwerk" in woning en utiliteitsbouw toegepast. - Blokkenwanden van glazen bouwstenen:
deze blokkenwanden worden vervaardigd uit massieve of holle bouwstenen van glas (glasblokken).
Blokkenwanden van glazen bouwstenen hebben decoratieve, lichtdoorlatende en geluidisolerende eigenschappen. Nadelen zijn dat ze niet dragend toegepast kunnen worden en de lagere bestandheid tegen mechanische beschadigingen, in vergelijking met de overige blokkenwanden.
Glasblokken worden in het algemeen vermetseld en als decoratieve scheidingswanden in woning- en utiliteitsbouw toegepast. Voor speciale doeleinden kunnen glasblokwanden in kogelwerende uitvoering worden geleverd.
Een product vinden? >> Blokkenwanden op NBD-Online |
Materiaal van blokkenwanden
De diverse materialen blokken en stenen worden in principe uit de volgende materialen vervaardigd:
- Beton:
grindbeton wordt samengesteld uit cement, zand, grind en/of andere natuursteenslag in afgemeten verhoudingen. Lichtbeton wordt samengesteld uit cement, zand en lichte toeslagstoffen zoals, bims, schuimlava, aardelite, lytag, hollith, argex e.d. in afgemeten verhoudingen.
Volumieke massa:- grindbeton: 1.760 tot 2.300 kg/m3.
- lichtbeton: 500 tot 1.850 kg/m3;
- Baksteen:
standaard baksteen, wordt samengesteld uit diverse kleisoorten en minerale toeslagstoffen in afgemeten verhoudingen. Lichtgewicht baksteen wordt samengesteld uit speciale kleisoorten waaraan brandbare poreuze grondstoffen, zoals zaagsel, polystyreen e.d. worden toegevoegd. Deze brandbare grondstoffen verbranden tijdens het bakproces.
Volumieke massa:- standaard baksteen: geperforeerd 1.550 tot 1.650 kg/m3; vol 1.700 tot 1.850 kg/m3.
- lichte baksteen: 700 tot 1.350 kg/m3;
- Kalkzandsteen:
deze wordt samengesteld uit kalk en zand, in afgemeten verhoudingen met een eventuele toevoeging van kleurstoffen en granulaat.
Volumieke massa: 1.750 tot 1.900 kg/m3; - Cellenbeton:
deze wordt samengesteld uit cement, zand, kalk en aluminiumpoeder in afgemeten verhoudingen.
Volumieke massa: 400 tot 800 kg/m3; - Gips:
deze wordt samengesteld uit natuur of chemisch gips met een eventuele toevoeging van speciale toeslagstoffen.
Volumieke massa: 800 tot 1.260 kg/m3; - Glas:
deze wordt samengesteld uit kwartszand, soda en kalksteen in afgemeten verhoudingen.
Volumieke massa: ca. 2.500 kg/m3.
Hechtmiddelen
- Gemetselde blokkenwanden:
- voor betonblokken wordt een niet al te vochtige metselmortel gebruikt van 1 deel cement op 3 à 4 delen grof scherp zand (grindbeton), of van 1 deel cement op 4 à 5 delen grof scherp zand (lichtbeton). Voor baksteen wordt een fabrieksmortel volgens voorschriften van de baksteenfabrikant aanbevolen. Voor kalkzandsteen wordt een mortel gebruikt van 1 deel cement op 2 delen luchtkalk en 9 delen zand (zomercondities) of van 1 deel cement op 1 deel luchtkalk en 6 delen zand (wintercondities onder +5°C).
- Voor glazen bouwstenen wordt een mortel van 1 deel cement op 2,5 à 3 delen zand gebruikt;
- Gelijmde blokkenwanden:
- voor deze blokkenwanden worden speciale, op het product afgestemde, lijmsoorten gebruikt.
Oppervlaktebehandeling van blokkenwanden
Blokkenwanden in "schoonwerk" worden meestal onafgewerkt gelaten. Indien gewenst kunnen deze wanden met muurverf worden afgewerkt, waarbij de onderliggende structuur (metselverband) in het zicht blijft.
Blokkenwanden in "vuilwerk" worden afgewerkt met een geschikte wandafwerking zoals pleisters, coatings, plaat-, tegelwerk e.d.
Toebehoren bij blokkenwanden
Voor de realisatie van de blokkenwanden worden op het materiaal afgestemde hechtmiddelen geleverd. Ook de bevestigings- en afdichtingsmiddelen worden door de meeste fabrikanten op het materiaal afgestemd en geleverd.
Voor specifieke situaties zijn speciale blokken beschikbaar, zoals leidingblokken voor het opnemen van leidingen in "schoonwerk"; afgeronde blokken voor ronde hoeken; blokken voor stompe hoeken e.d.
Hulpstukken van blokkenwanden
Afhankelijk van de functie die de blokkenwand moet vervullen (dragend, scheidend, brandwerend, geluidwerend e.d.), zijn vaak aanvullende middelen noodzakelijk, zoals:
- speciale bevestigingsmiddelen, smeltankers e.d.;
- lateien;
- brandwerende manchetten;
- montageprofielen;
- wapeningsstaal;
- isolatiematerialen;
- afwerklijsten, omrandingen e.d.
Accessoires bij blokkenwanden
Bij blokkenwanden die als "vuilwerk" worden vervaardigd, kan gebruik worden gemaakt van speciale wandverwarmingssystemen. Deze systemen geven stralingswarmte af en zijn door hun lage temperaturen en lage stofverplaatsing geschikt voor kantoren, scholen, ziekenhuizen, ruimten in de monumentensector e.d.
Vorm en afmeting
Vorm van blokkenwanden
Naast vlakke binnenwanden zijn met blokken ook gebogen en verspringende wanden relatief eenvoudig te realiseren. Bij gebogen blokkenwanden geven stenen, door hun kleinere formaat, meer vormvrijheid. Er zijn dan ook wandvormen onder een relatief kleine straal te maken. Bij grotere blokformaten kunnen rondingen met behulp van speciale gebogen blokken, halve blokken e.d. worden vervaardigd.
Afmetingen van blokkenwanden
De wanddikte van de blokkenwanden staat in verband met de blok- en steenformaten. De stenen en blokken worden geproduceerd in een groot aantal standaardafmetingen:
- stenen: in waal-, maas-, amstel-, dik-, vecht-, rijnformaat e.d.;
- blokken: in een groot aantal al dan niet modulaire afmetingen.
Bij blokkenwanden wordt de maatvoering bepaald door de lagen en koppenmaat:
- lagenmaat is de maatvoering in de hoogte en is gelijk aan de steendikte + de dikte van de lintvoeg.
- koppenmaat is de maatvoering in de lengte en is gelijk aan de breedte van de steen (kop) + de breedte van de stootvoeg.
Voor de gangbare wanddikten van blokkenwanden zie tabel 1.
Gewicht van blokkenwanden
Zie tabel 1 voor de gewichten van de diverse blokkenwanden bij de gangbare wanddikten.
Tabel 1 Gangbare dikten en gewicht van binnenwanden.
materiaal blokkenwand |
| gangbare wanddikte | gewicht |
|
| mm | kN/m2 |
beton | grindbeton | 100 | 1,65 - 1,80 |
| grindbeton | 140 | 1,80 - 2,345 |
| lichtbeton | 100 | 1,25 - 1,45 |
| lichtbeton | 140 | 1,80 - 2,10 |
baksteen | standaard | 100 | 1,45 - 1,90 |
| licht | 100 | 0,80 - 1,20 |
kalkzandsteen |
| 70 | 1,20 - 1,30 |
|
| 100 | 1,75 - 1,90 |
|
| 120 | 2,10 - 2,30 |
|
| 150 | 2,60 - 2,85 |
cellenbeton |
| 70 | 0,28 - 0,52 |
|
| 100 | 0,40 - 0,75 |
gips |
| 70 | 0,40 - 0,60 |
|
| 100 | 0,65 - 0,85 |
glas |
| 80 | 0,90 - 1,00 |
|
| 100 | 1,20 - 1,30 |
Voor de brandwerende compartimentscheidingen (zogenaamde brandwanden) zijn grotere dikten noodzakelijk. Voor deze doeleinden worden dikten van 200 tot 300 mm aangehouden, afhankelijk van de geëiste weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO).
Bij dragende wanden wordt de minimale dikte door een sterkteberekening bepaald; als een minimum wordt in het algemeen een dikte van 100 mm (halfsteens) aangehouden.
Uiterlijk van blokkenwanden
Oppervlaktestructuur
Bij blokkenwanden die als "schoonwerk" worden vervaardigd, wordt de oppervlaktestructuur bepaald door de structuur van de afzonderlijke blokken. Afhankelijk van het materiaal zijn diverse structuren mogelijk:
- beton: glad, fijnkorrelig of grof;
- baksteen: glad, gegroefd, korrelig (bezand), oneffen (gesinterd), geprofileerd e.d.;
- kalkzandsteen: glad, korrelig of grof;
- cellenbeton: glad;
- gips: glad;
- glas: glad, gegroefd of gefigureerd.
- Verder is het gekozen metselverband van invloed op de oppervlaktestructuur van een in "schoonwerk" vervaardigde blokkenwand. Het meest gangbare verband voor binnenwanden is het halfsteensverband (zie afb. 2). Voor representatieve doeleinden en bij restauraties en renovaties, worden ook speciale verbanden zoals klezoor-, ketting-, vlaams-, kruis-, staand-, koppen- of wildverband toegepast.
- Ook de vorm van de voeg kan de oppervlaktestructuur van een blokkenwand beïnvloeden. Meestal wordt een dichtgestreken of een platvolle voeg aangebracht. Met deze voegen wordt tevens de hoogste geluidsisolatie bereikt. Bij representatieve blokkenwanden kunnen, om een bepaald effect te bereiken, ook andere voegvormen worden toegepast. Een verdiepte voeg kan bijvoorbeeld door haar schaduwwerking, het metselverband extra accentueren.
Bij "vuilwerk" wordt het halfsteensverband gebruikt. Omdat de gewenste oppervlaktestructuur door de gekozen wandafwerking wordt bepaald, is het metselverband van ondergeschikt belang.
Bij kalkzandsteenblokken kan van een speciaal metselverband gebruik worden gemaakt. De ruimtemaat wordt hierbij op een aantal blokken minus 100 mm bepaald, zodat de blokken
steeds in halfsteendikke kalkzandsteenmuren van bijvoorbeeld binnenspouwblad getand kunnen worden.
Kleur
De kleur van blokkenwanden, die als "schoonwerk" worden vervaardigd, wordt voornamelijk door de kleur van de afzonderlijke blokken bepaald. Door het toevoegen van pigmenten of andere toeslagstoffen tijdens het productieproces, kunnen de blokken in diverse kleuren worden geleverd:
- beton: de stenen zijn in diverse kleurnuances van wit tot antraciet, lichtgeel tot donkerbruin, rood, groen, blauw gemêleerd e.d. leverbaar. Bij blokken is de standaardkleur grijs maar in overleg zijn andere kleuren zoals antraciet of wit mogelijk;
- baksteen: de stenen zijn in een groot scala aan kleuren en kleurnuances leverbaar, variërend van wit, geel naar bruin, van roze naar rood, paars en blauw tot nagenoeg zwart;
- kalkzandsteen: standaardkleur is wit; hiernaast is een aantal kleuren, zoals geel, grijs en antraciet in verschillende nuances leverbaar;
- cellenbeton: grijswit;
- gips: wit;
- glas: naturel of getint.
- Bij gemetselde blokkenwanden wordt de totale kleurindruk beïnvloed door de kleur van de voegen. Behalve de grijze voegen kunnen voegen in de gewenste kleur worden gerealiseerd. Met een voegkleur die de kleur van de steen benadert, wordt een massiever uiterlijk van de wand bereikt, dan bij gebruik van een contrasterende voegkleur.
Gelijmde blokkenwanden hebben zeer dunne voegen, zodat de totale kleurindruk alleen door de blokken wordt bepaald.
Bij blokkenwanden die in "vuilwerk" worden vervaardigd, is de kleur van ondergeschikt belang. De gewenste kleur wordt bepaald door de gekozen wandafwerking.
Prestaties
Mechanische eigenschappen van blokkenwanden
Productsterkte, materiaalsterkte
Afhankelijk van het toepassingsgebied, materiaal en de volumieke massa zijn alle blokkenwanden, met uitzondering van glaswanden, geschikt voor dragende wanden. Bij een dragende blokkenwand is vooral de druksterkte van belang bij de statische berekening van een draagconstructie. Zie tabel 2 voor de afzonderlijke blokkenwanden een indicatie voor de rekenwaarde druksterkte. Bij het dimensioneren van dragende wanden dient de gehele draagconstructie te worden betrokken. De druk en de zijwaartse krachten bepalen de dikte van de binnenwand. Een dwarsschot op een binnenwand kan een grotere stijfheid aan de constructie geven, waardoor de blokkenwand dunner kan worden uitgevoerd.
De buigtreksterkte van blokkenwanden is gering. In het algemeen kan worden gesteld dat bij gelijmde blokkenwanden de buigtreksterkte groter is dan bij gemetselde blokkenwanden.
In de NPR 6791 (ingetrokken sinds 22-04-2013, niet vervangen) zijn tabellen, ter bepaling van de minimaal vereiste dikte van de dragende wanden in woningen en woongebouwen, opgenomen.
Blokkenwanden van glazen bouwstenen mogen niet dragend worden toegepast. De druksterkte is echter zodanig, dat ook zeer grote wanden zelfdragend zijn.
Oppervlakte-eigenschappen
Hierbij is vooral de slijtvastheid van belang. In de meeste toepassingsgebieden voldoen alle blokkenwanden ten aanzien van deze aspecten. In vergelijking met andere blokkenwanden hebben blokkenwanden van cellenbeton-, gips- en glasblokken een lagere weerstand tegen slijtage en beschadiging. In situaties waar een verhoogde kans op slijtage en/of beschadiging is, wordt een beschermende oppervlaktebehandeling aanbevolen.
Voor een indicatie voor de oppervlakte-eigenschappen van een aantal blokkenwanden, zie tabel 2. Niet van alle blokkenwanden zijn de onderzoeksresultaten bekend.
Dynamische eigenschappen
Hierbij is vooral de weerstand tegen mechanische beschadigingen van belang. Om een indicatie omtrent deze weerstand te krijgen, worden de binnenwanden meestal volgens de richtlijnen van het UEAtc-getest.
Zie tabel 2 is een indicatie voor de dynamische eigenschappen van een aantal blokkenwanden. Niet van alle blokkenwanden zijn de onderzoeksresultaten bekend.
Tabel 2 Mechanische eigenschappen van blokkenwanden
Materiaal | Rekenwaarde | Slijtvastheid | Hardheid | Doorbuiging | Scheurvorming | |
blokkenwand | druksterkte | Amsler | Kogel- | Zandzak- | Zandzak- | |
| Mpa (M/mm2) | mm | mm | mm (bij 2,5 N) | (bij 120 N) | |
|
|
|
| tijdelijk | blijvend |
|
beton | 5 - 10 | 2 |
|
|
|
|
baksteen | 3 - 9 | 1,5 - 2,5 |
|
|
|
|
kalkzandsteen | 4 - 10 |
| Ø 20 |
|
|
|
cellenbeton | 1,5 - 2,5 |
|
|
|
|
|
gips | 5 |
| Ø 22 | 3 | 0 | geen scheurvorming |
glas | n.v.t. |
|
|
|
|
|
Vuur, explosie en blokkenwanden
Brandbaarheid
Alle blokken en stenen waarvan blokkenwanden worden vervaardigd zijn onbrandbaar volgens NEN 6064.
Brandvoortplanting
Doordat blokken en stenen onbrandbaar zijn, wordt door blokkenwanden geen bijdrage aan brandvoortplanting geleverd. Alle blokkenwanden met uitzondering van de glasblokwanden behoren tot klasse A1, van de bijdrage tot brandvoortplanting in de zin van NEN-EN 13501-1 . De klassebepaling geldt voor een wand zonder afwerking. Een wandafwerking moet apart op zijn bijdrage tot brandvoortplanting worden beoordeeld.
Rookontwikkeling
Bij alle blokkenwanden bedraagt de rookdichtheid minder dan 10 m-1 . Daarmee voldoen de blokkenwanden aan de algemene prestatie-eis voor een binnenwand overeenkomstig NEN-EN 13501-1. Met uitzondering van glasblokwanden kunnen de blokkenwanden ook bij vluchtwegen worden toegepast, daar deze een rookdichtheid lager dan 5,4 m-1 hebben en tot de rookklasse S1 volgens NEN-EN 13501-1 behoren.
Bij blokkenwanden, die als "vuilwerk" worden vervaardigd, moet de rookontwikkeling in samenhang met de toegepaste wandafwerking worden beoordeeld. Behalve de stenen en blokken moet ook de toegepaste metselmortel of lijm aan de relevante prestatie-eisen voldoen.
Bij goed uitgevoerde blokkenwanden kan worden aangenomen dat ze in staat zijn de rook tenminste 30 minuten tegen te houden, zodat ze geschikt zijn voor rookcompartimentering in de woning- en utiliteitsbouw. Onder een goede uitvoering wordt verstaan dat zowel de voegen, als de aansluitingen van de binnenwand aan de aangrenzende bouwconstructies luchtdicht worden uitgevoerd.
Brandwerendheid
Blokkenwanden bezitten een grote weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) overeenkomstig NEN 6068. Hiermee zijn de blokkenwanden zeer goed geschikt voor brandcompartimentering in de woning- en utiliteitsbouw. De te bereiken brandwerendheid is afhankelijk van het materiaal, dikte en de uitvoering van de blokkenwand.
Dragende blokkenwanden moeten worden beoordeeld op hun brandwerendheid met betrekking tot bezwijken. Bij dragende blokkenwanden dikker dan 100 mm kan een brandwerendheid van meer dan 90 minuten worden aangehouden.
Scheidende blokkenwanden worden beoordeeld op hun brandwerendheid met betrekking tot de scheidende functie.
Zie tabel 3 voor een indicatie voor deze brandwerendheid, voor de diverse blokkenwanden en bij diverse wanddikten.
De eis aangaande brandveiligheid van een scheidingswand is afhankelijk van de plaats van deze wand in het bouwwerk. Is bijvoorbeeld alleen een beperkte brandwerendheid vereist in verband met een vluchtweg, dan kan met een 60 à 120 minuten brandwerende wand worden volstaan. Indien er zeer hoge eisen worden gesteld in verband met brandscheiding, c.q. brandcompartimentering, dan is een zogenaamde brandscheidende wand (brandwand) met een brandwerendheid van minimaal 240 minuten nodig.
Bij een dikte van 200 mm zijn alle blokkenwanden met uitzondering van de gips- en glasblokwanden minimaal 4 uur brandwerend en kunnen dus als woningscheidende wanden in de woningbouw of als brandcompartimenteringswanden c.q. brandwanden in de utiliteitsbouw, worden toegepast.
Tabel 3 Brandwerendheid van blokkenwanden
Materiaal | Wanddikte | Brandwerendheid m.b.t. |
blokkenwand | mm | mm |
beton | 100 | 120 |
| 140 | 180 |
| 200 | 360 |
baksteen | 100 | 90 |
| 200 | 360 |
kalkzandsteen | 100 | 90 |
| 150 | 180 |
| 200 | 360 |
cellenbeton | 70 | 90 |
| 100 | 180 |
| 200 | 360 |
gips | 70 | 90 |
| 100 | 180 |
Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen en blokkenwanden
Luchtdoorlatendheid
Een binnenwand tussen een verblijfsgebied, toilet- of badruimte en een andere besloten ruimte mag, overeenkomstig NEN 2686, geen grotere luchtvolumestroom dan 0,2 m3/s toelaten. Hiermee kan warmteverlies vanuit een verwarmde ruimte tot een minimum beperkt blijven. De eis geldt bijvoorbeeld voor een binnenwand tussen een verblijfsgebied en een schuur, garage of een besloten galerij. Om aan deze eis te voldoen moeten bij gemetselde blokkenwanden, de lint- en de stootvoegen luchtdicht worden uitgevoerd en bij gelijmde binnenwanden moeten ook de stootvoegen van lijm worden voorzien.
Waterdichtheid
De gewenste c.q. vereiste waterdichtheid wordt meestal door een waterdichte afwerklaag bereikt. Hierbij zijn vooral de aansluitingen tussen de wand en vloer van belang.
Zonder een waterdichte afwerking kan geen van de blokkenwanden als waterdicht worden aangemerkt.
Diffusie
Het vochttransport tussen verblijfsruimten en natte ruimten is van het materiaalsoort en de dichtheid van de blokkenwand afhankelijk. Zie tabel 4 voor een indicatie voor het diffusieweerstandsgetal (µ) van de diverse blokkenwanden.
Vochtopname
Aan de vochtopname van een binnenwand worden in bepaalde gevallen, zoals in natte ruimten, eisen gesteld. Van blokkenwanden kunnen alleen de glaswanden aan deze eisen voldoen. Bij de overige blokkenwanden kan door het toepassen van een geschikte wandafwerking, zoals afwerking met keramische tegels, kunststof e.d., aan de eisen worden voldaan.
Door de luchtvochtigheid bereikt ieder materiaal op den duur een bepaald vochtgehalte, het zogenaamde evenwichtsvochtgehalte. Dit vochtgehalte is van invloed op de totale vochtopname.
Zie tabel 4 voor een indicatie voor de evenwichtsvochtgehalte van de diverse blokkenwanden. Blokkenwanden van baksteen bezitten een laag evenwichtsvochtgehalte, ook onder zeer vochtige omstandigheden blijft dit vochtgehalte onder 1%.
Veranderingen
Onder wisselende vochtomstandigheden en temperatuur kunnen zich bij blokkenwanden lengteveranderingen voordoen, waardoor spanningen in andere constructiedelen of in de binnenwand zelf kunnen worden veroorzaakt. Om schade ten gevolge van deze spanningen te beperken dienen voorzieningen in de vorm van dilataties te worden getroffen. Vooral blokkenwanden van beton, kalkzandsteen, cellenbeton en gips vereisen hierbij de aandacht.
Ter indicatie: lengteverandering ten gevolge van vocht en temperatuur bedraagt bij beton ca. 0,5 mm/m; bij kalkzandsteen en cellenbeton ca. 0,3 mm/m. Bij baksteen is deze lengteverandering nagenoeg nihil.
Bestandheid
Afhankelijk van de materiaalsoort zijn de blokkenwanden in meer of mindere mate tegen vocht bestand. Gipsblokken zijn tegen langdurige inwerking van vocht niet bestand, de blokken kunnen dan gaan "verzepen". In vochtige omstandigheden dient dan van speciale gehydrofobeerde gipsblokken gebruik te worden gemaakt. Zie tabel 5 voor een indicatie voor de chemische bestandheid van blokkenwanden.
In situaties waar bijzondere chemische bestandheid wordt vereist, zoals in laboratoria, wordt meestal de blokkenwand van een speciale wandafwerking voorzien.
Tabel 4 Hygrische eigenschappen van blokkenwanden
Materiaal | Diffusie- | Evenwichts- |
blokkenwand |
| % |
beton | 6,5 - 23 | 10 |
baksteen | 8 - 28 | < 1 |
kalkzandsteen | 12 | 2 |
cellenbeton | 4 - 6,5 | 3 |
gips | 6 - 10 | 5 |
glas | ¥ | - |
Tabel 5 Chemische bestandheid van blokkenwanden (bij 20°C)
Materiaal | Oliën | Water | Org. zuren | Anorg. zuren | Alkaliën | Zouten | Oplosmiddelen |
Beton | ± | ± | ± | ± | + | ± | ± |
Baksteen | ± | + | + | + | + | + | ± |
Kalkzandsteen | ± | + | ± | ± | + | ± | ± |
Cellenbeton | + | + | - | - | + | ± | ± |
Gips | ± | - | ± | ± | ± | ± | ± |
Glas | + | + | + | + | + | + | + |
+ = meer dan 24 uur bestand
± = minder dan 24 uur bestand
- = niet bestand
Thermische eigenschappen van blokkenwanden
Uitzetting
Door een verschil in uitzetting tussen een blokkenwand en de omringende constructie- onderdelen, kunnen spanningen ontstaan. Voor de lineaire uitzettingscoëfficiënt (a) van de diverse blokkenwanden, zie tabel 6.
Geleiding
Voor binnenwanden worden alleen dan eisen aan thermische isolatie gesteld, indien de binnenwand een scheiding vormt tussen een verwarmde verblijfsruimte en een niet verwarmde ruimte zoals een gemeenschappelijk trappenhuis, bergingsruimte, garage e.d. Voor de warmtegeleidingscoëfficiënt (l) voor de diverse blokkenwanden, zie tabel 6.
De totale warmteweerstand van de blokkenwanden is afhankelijk van de aanwezigheid van holle ruimten in de blokken, voegdikte en eventuele wandafwerking.
Absorptie
De absorptie van warmte is van invloed op de behaaglijkheidservaring in de ruimte. Door de absorptie van warmte (warmte-accumulatie) kunnen de temperatuursveranderingen in de ruimte worden genivelleerd. De mate van warmte-accumulatie is afhankelijk van de aard en massa van het materiaal. Alle blokkenwanden hebben door hun relatief hoge massa een hoog warmte-accumulerend vermogen.
Tabel 6 Thermische eigenschappen van blokkenwanden
Materiaal | Lineaire uitzet- | Warmtegelei- | |
| 10-6·K-1 | W/(m·K) | |
beton | grindbeton | 10 à 14 | 0,80 à 1,60 |
| lichtbeton | 8 à 11 | 0,30 à 0,80 |
| standaard | 5 à 6 | 0,45 à 0,70 |
baksteen | licht | 5 à 7 | 0,24 à 0,45 |
kalkzandsteen | 9 à 12 | 0,90 | |
cellenbeton | 8 | 0,11 à 0,22 | |
gips | 10 à 12 | 0,25 à 0,44 | |
glas | 8 à 9 | 0,80 |
Akoestische eigenschappen van blokkenwanden
Luchtgeluidisolatie
De luchtgeluidsisolatie van de blokkenwanden is afhankelijk van de materiaalsoort, voegdichtheid en de aansluitingen op de omringende bouwdelen. Bij de beoordeling van de luchtgeluidsisolatie zijn de voegen en de aansluitdetails van een blokkenwand op andere constructiedelen van belang. Door gebruik te maken van gecertificeerde aansluitdetails, opgenomen in de diverse kwaliteitsverklaringen (attesten), kan aan de gestelde prestatie-eisen worden voldaan. Bij toepassing van andere details moet door middel van beproeving worden aangetoond, dat aan de gestelde eisen wordt voldaan.
Zie tabel 7 voor de karakteristieke isolatie-index voor luchtgeluid (Ilu;k) voor de diverse blokkenwanden.
In het algemeen kan men stellen dat met vergroting van de massa van de binnenwand, de geluidsisolatie wordt verhoogd. Om de minimale eis van Ilu;k van -20 dB te halen, dient volgens NPR 5070, de scheidende binnenwand een gewicht van minimaal 0,7 kN/m2 te hebben. Met alle blokkenwanden, dikker dan 80 mm, kan aan deze eis worden voldaan.
Aan woningscheidende wanden worden hogere geluidsisolatie eisen gesteld, de Ilu;k moet dan minimaal -5 dB bedragen. De beste resultaten worden bereikt met een zogenaamde ankerloze spouwmuur. Om ankerloos te kunnen bouwen moeten de afzonderlijke spouwbladen voldoende stijfheid bezitten. Blokken¬wanden van beton, baksteen, kalkzandsteen en cellenbeton zijn voor een dergelijke constructie goed geschikt. Bijvoorbeeld met een ankerloze spouwmuur van kalkzandsteenblokken, 150-60-150 mm, kan een llu;k van meer dan +6 dB worden bereikt.
Contactgeluidisolatie
Bij de beoordeling van de contactgeluids¬isolatie zijn met name de aansluitdetails van een blokkenwand op andere constructiedelen van belang. Door gebruik te maken van gecertificeerde aansluitdetails, opgenomen in de diverse kwaliteitsverklaringen (attesten), kan aan de gestelde prestatie-eisen worden voldaan. Bij toepassing van andere details moet door middel van beproeving worden aangetoond, dat aan de gestelde eisen wordt voldaan.
Zie tabel 7 voor de isolatie-index voor contactgeluid (Ico) van de diverse blokkenwanden.
Alle blokkenwanden, kunnen aan de minimale eis van Ico van -20 dB voldoen, mits de aansluitdetails overeenkomstig de attesten worden uitgevoerd.
Geluidabsorptie
Zie tabel 7 voor de geluidsabsorptiecoëfficiënt van de diverse blokkenwanden.
De geluidsabsorptie van wanden is van invloed op de nagalmtijd in een ruimte. De geluidsabsorptie in een ruimte wordt bepaald door de geluidsabsorptie van de wanden, de vloer en het plafond tezamen. Bij een lage absorptiecoëfficiënt van de wanden kan de gewenste absorptie in een ruimte worden gehaald door een vloer- of plafondafwerking met een hoge absorptiecoëfficiënt te kiezen.
De absorptiecoëfficiënt is afhankelijk van de frequentie van het geluid, wanddikte en de structuur (open of dicht). Verder is de voegdichtheid bij "schoonwerk" en de eventuele wandafwerking bij "vuilwerk" van invloed. Maatregelen voor geluidsabsorptie, kunnen strijdig zijn met de maatregelen voor luchtgeluidsisolatie. Voor een hoge luchtgeluidsisolatie is een dicht blok geschikt, terwijl een blok met een open structuur beter geluid absorbeert. In gevallen waar naast geluidsabsorptie tevens luchtgeluidsisolatie vereist is, wordt daarom een verdicht steentype met een open afwerklaag toegepast.
Tabel 7 Akoestische eigenschappen van blokkenwanden
Materiaal | Wandikte | Karakteristieke isolatie-index | Isolatie-index | Geluidsabsorptie |
blokkenwand |
| Ilu;k voor luchtgeluid | Ico voor contactgeluid | coëfficiënt |
| mm | dB | dB | (bij 125 Hz tot 2.000 Hz) |
beton | 100 | -20 | -25 | 0,13 à 0,38 |
baksteen | 100 | -15 | -20 |
|
kalkzandsteen | 100 | -20 | -20 | 0,05 |
| 150 | -13 |
|
|
cellenbeton | 100 | -21 à -19 | -23 | 0,10 à 0,30 |
gips | 70 | -25 |
| 0 |
| 100 | -19 |
|
|
glas | 80 | -18 | -28 | 0 |
| 100 | -11 |
|
|
Toepassing
Functionele bruikbaarheid van blokkenwanden
Blokkenwanden worden veelvuldig in woning- en utiliteitsbouw, agrarische bouw en industriële bouw toegepast. De wanden kunnen zowel voor nieuwbouw als voor renovaties en restauraties worden gebruikt. Met name in situaties waar dragende, brandwerende, en geluidsisolerende binnenwanden met een hoge bestandheid tegen mechanische beschadigingen wordt vereist, zijn deze wanden geschikt.
Vanwege de hoge brandwerendheid zijn blokkenwanden van beton, baksteen, kalkzandsteen en cellenbeton zeer goed geschikt voor het inrichten van de vereiste brandcompartimenten in woning en utiliteitsbouw.
De blokkenwanden worden meestal als permanente niet verplaatsbare wanden aangewend. Dragende wanden kunnen per definitie niet worden verplaatst, zonder aanvullende maatregelen. Bij uitsluitend scheidende wanden is het verplaatsen van de wand in principe mogelijk. Hierbij dient men echter rekening te houden, met de ontwikkeling van stof- en geluidshinder.
Voor een overzicht van de gebruikelijke toepassingsgebieden van diverse binnenwanden, zie tabel 8.
Tabel 8 Toepassingsgebieden voor binnenwanden
Blokkenwand | Toepassingsgebied | |||
| Woningbouw | Utiliteitsbouw | ||
| constructief | scheidend | constructief | scheidend |
beton | + | + | + | + |
baksteen | + | + | + | + |
kalkzandsteen | + | + | + | + |
cellenbeton | ± | - | ± | + |
gips | ± | + | ± | ± |
glas | - | ± | - | + |
+ = geschikt voor het toepassingsgebied
± = minder geschikt voor het toepassingsgebied in vergelijking met andere blokkenwanden
- = niet geschikt voor het toepassingsgebied
Een product vinden? >> Blokkenwanden op NBD-Online |
Economische bruikbaarheid van blokkenwanden
Naast de functionele overwegingen kunnen economische overwegingen bij de keuze van een blokkenwand worden betrokken:
- snelle bouwwijze:
door het gebruik van grote blokken, die door lijmen aan elkaar worden verbonden, kunnen wanden snel en stofarm worden gerealiseerd. Dit kan vooral in utilitaire bouwwerken, waarbij het doorgaan van het productieproces van groot belang is, een economisch voordeel opleveren; - minder uitval:
gelijmde blokkenwanden in "vuilwerk" zijn met minder uitval te realiseren dan gemetselde blokkenwanden, doordat ook enigszins beschadigde blokken verwerkt kunnen worden. Het nadeel is echter dat er later een wandafwerking moet worden aangebracht. Gemetselde wanden zijn bewerkelijker en er is meer uitval.
Het gebruik van hechtmiddel is bij gelijmde wanden ook veel lager dan bij gemetselde wanden.
Het mortelverbruik bedraagt, afhankelijk van de toegepaste blok of steen, ca. 10 tot 20 kg/m2. Het lijmverbruik bedraagt daarentegen ca. 1 to 3 kg/m2; - gewicht:
door hun lage gewicht kunnen blokkenwanden van cellenbeton en gips een economisch voordeel opleveren in renovatiewerkzaamheden; - mogelijkheid in de ruwbouw aan te brengen:
blokkenwanden van beton, baksteen, kalkzandsteen en cellenbeton kunnen al tijdens de ruwbouw worden aangebracht. Blokkenwanden van gipsblokken en glazen bouwstenen kunnen meestal pas in de afbouw worden gerealiseerd; dit vanwege de lage vochtbestendigheid van gipsblokken en de kwetsbaarheid van de glasblokken.
Voorschriften voor blokkenwanden
Voor blokkenwanden van cellenbeton en gips zijn attesten met productcertificaat beschikbaar, zodat de toepassing volgens de voorschriften van het Bouwbesluit kan worden aangetoond.
Ontwerpdetails van blokkenwanden
Voor het voldoen van een blokkenwand aan de eisen van het Bouwbesluit en ook het langdurig aan deze eisen te blijven voldoen, zijn vooral de aansluitdetails op de overige bouwdelen en de eventuele openingen in de wand, van belang.
Aspecten waaraan aandacht moet worden besteed zijn o.a.:
- Ontkoppeling van scheidende wanden:
niet-dragende wanden moeten los van de constructie worden geplaatst. Hierbij kunnen in principe de volgende aansluitingen worden aangehouden:- Onderaansluiting:
op een betonvloer worden de blokken op een schrale, niet aan de vloer hechtende mortel gesteld. Bij "schoonwerk" en een wand van gipsblokken wordt een folie toegepast om de hechting aan de vloer te voorkomen.
Op een houten vloer worden de blokken op een houten regel gesteld, waarbij tussen de regel en de vloer veerkrachtig materiaal wordt gelegd. - Bovenaansluiting:
de aansluiting vindt meestal met behulp van een veeranker of een U-profiel plaats. Tussen het plafond en de wand wordt een voeg van 10 à 20 mm aangehouden, die met een veerkrachtig materiaal wordt opgevuld. - Zijaansluiting:
ook bij deze aansluiting wordt de wand, met behulp van een elastische tussenlaag, ontkoppeld van de draagconstructie.
- Onderaansluiting:
- Door de fabrikanten zijn uitgebreide documentatiemappen met details samengesteld, waarbij aansluitingen voor diverse situaties en overeenkomstig de eisen van het Bouwbesluit zijn aangegeven.
- Het opnemen van leidingen:
Hierbij moet vermeden worden dat een blokkenwand overmatig verzwakt wordt. Tussen twee leidingen, die aan de tegenovergestelde zijden van de wand worden opgenomen, moet minimaal een afstand ter grootte van de wanddikte gehandhaafd blijven. - Dilataties:
om schade ten gevolge van vormveranderingen van blokkenwanden te beperken dienen voorzieningen in de vorm van dilataties te worden getroffen. Meestal worden aanbevelingen omtrent de benodigde dilataties, door de fabrikant van de blokken of stenen gedaan. De dilatatievoegen kunnen als een kitvoeg worden uitgevoerd of als een ongevulde voeg, waarbij de blokken "koud" tegen elkaar worden geplaatst. Spanningen in blokkenwanden worden vaak ter plaatse van de openingen in de wand veroorzaakt. Dit kan bijvoorbeeld bij deuren en ramen het geval zijn. Om schade te vermijden moet bij ramen en deuren minimaal aan één zijde dilatatie worden aangebracht. Bij deuren is het vaak aan te bevelen een verdiepingshoog kozijn toe te passen.
De dilatatie-afstand is afhankelijk van de materiaalsoort. Bij beton kan voor deze afstand ca. 5 x de wandhoogte, met een maximum van 8 m, worden aangehouden. Bij kalkzandsteen maximaal 11 m en bij cellenbeton 2 x de wandhoogte met een maximum van 8 m. - Brandwerende en brandscheidende wanden:
de openingen in brandwerende wanden, moeten aan dezelfde brandwerendheidseisen als de blokkenwand zelf voldoen. Brandscheidende wanden moeten branddeuren met een brandwerendheid van meer dan 4 uur bevatten en bij doorvoeringen en dilataties dienen speciale maatregelen te worden getroffen.
Bijvoorbeeld een ventilatie- of luchtbehandelingskanaal moet aan weerszijden van de wand voorzien worden van een brandwerende omkasting. In de omkasting bevinden zich brandkleppen, met een brandwerendheid van minimaal 90 minuten, die bij brand automatisch sluiten op een impuls vanuit een rookmelder.
Verwerking en montage
Transport van blokkenwanden
De blokken en stenen worden meestal op pallets, verpakt in krimpfolie, per vrachtauto aangevoerd.
Opslag van blokkenwanden
De blokken en stenen moeten op de door de fabrikant aangegeven wijze worden opgeslagen.
In het algemeen worden de blokken en stenen winddroog aangeleverd en dienen bij aankomst op het werk, tegen regen beschermd te worden.
Voorbereiding voor blokkenwanden
In het algemeen bestaat de voorbereiding uit het uitzetten van de maatvoering en het voorbereiden van de aansluitingen. Bij blokkenwanden die als "schoonwerk" worden vervaardigd, dient men een totale partij stenen aan te voeren, zodat ongewenste kleurnuanceringen worden voorkomen.
Verwerking van blokkenwanden
Bij het metselen of lijmen van de diverse blokkenwanden dienen de voorschriften van de fabrikant of de leverancier nauwkeurig te worden opgevolgd. In deze voorschriften zijn richtlijnen opgenomen met betrekking tot de juiste vochtigheid van de te verwerken blokken of stenen, mortelsamenstelling en de wijze waarop de lijm moet worden bereid.
Bij het verwerken van te natte stenen, wordt geen water uit de mortel opgenomen, waardoor de steen kan gaan "drijven" en niet voldoende hechting wordt bereikt. Daarentegen wordt bij het verwerken van te droge stenen, teveel water uit de mortel opgenomen, zodat onvoldoende harding van de mortel ontstaat.
De blokken bestemd voor het verlijmen dienen tijdens het verwerken, droog en stofvrij te zijn.
Blokkenwanden van beton, baksteen, kalkzandsteen en cellenbeton kunnen vermetseld of verlijmd worden. Blokkenwanden van gips worden vrijwel altijd verlijmd en blokkenwanden van glas altijd vermetseld.
Afhankelijk van het materiaal van de blokkenwand, kan in het algemeen de volgende verwerkingswerkwijze worden aangehouden:
Beton
- Gemetselde wanden: hierbij worden de stenen vermetseld met behulp van een door de fabrikant voorgeschreven metselmortel. De voegbreedte bedraagt 7 tot 12 mm. Eventuele verontreinigingen dienen met behulp van een harde borstel en water, binnen 24 uur, verwijderd te worden;
- Gelijmde wanden: hierbij worden de blokken verbonden met behulp van een speciale, op het materiaal afgestemde, lijm verbonden.
Baksteen
- Gemetselde wanden: hierbij worden de stenen vermetseld met behulp van een voorgeschreven metselmortel. Bij voorkeur dient van een geprefabriceerde mortel, gebruik te worden gemaakt. Een op de bouwplaats aangemaakte mortel is maximaal 2 uur te verwerken, een geprefabriceerde mortel maximaal 12 uur. De voegbreedte bedraagt ca. 10 mm;
- Gelijmde wanden: hierbij dienen alleen stenen met geringe maattolerantie en regelmatig van vorm, te worden gebruikt. De verlijming vindt door middel van een op het materiaal afgestemde lijm plaats. De voegbreedte bedraagt ca. 3 mm.
Kalkzandsteen
- Gemetselde wanden: hierbij worden de stenen vermetseld met behulp van een door de fabrikant voorgeschreven metselmortel. De lintvoegbreedte bedraagt 8 tot 12 mm. De stootvoeg kan met mortel worden gevuld en is dan ca. 10 mm breed ("schoonwerk") of kunnen de stenen koud tegen elkaar worden gezet ("vuilwerk") en de stootvoeg zeer smal zijn;
- Gelijmde wanden: hierbij worden de blokken verbonden met behulp van een speciale, op het materiaal afgestemde, lijm verbonden. Stootvoegbreedte bedraagt dan ca. 3 mm en de lintvoegbreedte ca. 2 mm.
Cellenbeton
- Gemetselde wanden: hierbij worden de blokken vermetseld met behulp van een door de fabrikant voorgeschreven metselmortel. De voegbreedte bedraagt ca. 10 mm;
- Gelijmde wanden: hierbij worden de blokken met behulp van een speciale, op het materiaal afgestemde, lijm verbonden. De stoot- en lintvoegbreedte bedraagt ca. 2 mm. De aangemaakte lijm kan max. 4 uur worden verwerkt, bij een minimale temperatuur van -3°C.
Gips
Gelijmde wanden: hierbij worden de blokken met behulp van een speciale, op het materiaal afgestemde, lijm verbonden. De stoot- en lintvoegbreedte bedraagt ca. 2 mm. De lijm moet zodanig worden aangebracht dat bij het aanschuiven van de blokken nog een hoeveelheid lijm aan beide zijden van de wand uit de naden welt. Met de uitgewelde lijm worden direct de naden vlak gestreken. Bij een minimale temperatuur van 5°C, kan de aangemaakte lijm maximaal 1,5 uur verwerkt worden.
Glas
Gemetselde wanden: hierbij worden de blokken vermetseld met behulp van een door de fabrikant voorgeschreven metselmortel. De mortel moet zo droog mogelijk worden verwerkt, bij een minimale temperatuur van 5°C. De voegbreedte bedraagt minimaal 8 tot 10 mm en maximaal 30 mm. Bij grote glasblokken (ca. 240 x 240 mm) wordt een voegbreedte van ca. 15 mm aangehouden.
Afwerking van blokkenwanden
Blokkenwanden in "vuilwerk" kunnen tijdens de afbouwfase, met pleisters, coatings, kunststofbekleding, behang of tegelwerk, worden afgewerkt. Blokkenwanden van cellenbeton en gips zijn na het bijwerken van naden en plaatselijke beschadigingen voldoende vlak om met een dunne laag te worden afgewerkt.
Bij de keuze van een wandafwerking is behalve de hechtsterkte, ook de uitzettingscoëfficiënt, E-modulus en krimp van de afwerking van belang. Deze waarden moeten de waarden van het materiaal waarop ze worden toegepast benaderen.
Verwerkingstijd van blokkenwanden
Afhankelijk van het materiaal, hechtmiddel en de uitvoering van de blokkenwand, kunnen de volgende verwerkingstijden worden aangehouden:
- beton: 1,15 à 1,75 mu/m2;
- baksteen: 1,60 à 2,10 mu/m2;
- kalkzandsteen: 0,40 à 1,95 mu/m2;
- cellenbeton: 1,20 à 1,75 mu/m2;
- gips: 1,20 à 1,75 mu/m2;
- glas: 2,75 à 3,5 mu/m2.
Bewerkbaarheid van blokkenwanden
Bij blokkenwanden van beton, kunnen passtukken met een speciale steenslijpschijf of cirkelzaag worden gezaagd. Bij blokkenwanden van baksteen en kalkzandsteen, kunnen passtukken met een troffel ter plaatse op maat worden gehakt of machinaal worden gespleten c.q. gezaagd.
Bij blokkenwanden van cellenbeton en gips worden de passtukken met een handzaag of met behulp van een slijpschijf gezaagd.
Bij blokkenwanden, die als "vuilwerk" worden vervaardigd, kunnen de sleuven voor leidingen e.d. worden uitgespaard, gehakt of gefreesd. Bij blokkenwanden, die als "schoonwerk" worden vervaardigd, kan van speciale leidingstenen gebruik worden gemaakt.
Bevestiging van lichte voorwerpen in blokkenwanden kan met behulp van nagels, schroeven en pluggen worden gerealiseerd. Zware voorwerpen, zoals wastafels e.d., moeten met speciale pluggen of doorgaande bouten worden bevestigd.
Onderhoud
Onderhoud van blokkenwanden
Indien de blokkenwanden voor het juiste toepassingsgebied worden aangewend, zijn deze onderhoudsvrij.
Reparatie van blokkenwanden
Bij blokkenwanden, die als "schoonwerk" worden vervaardigd, kan een reparatie door vervanging van de beschadigde steen of blok verricht worden. Kleine beschadigingen aan gipsblokken kunnen worden hersteld met lijm, vermengd met een vulmiddel op basis van gemodificeerd gips.
Economische factoren
Technische service bij blokkenwanden
De fabrikanten stellen uitgebreide documentatiemappen ter beschikking waarin toepassingsmogelijkheden en verwerkingsvoorschriften van de diverse blokkenwanden worden vermeld. Op aanvraag kunnen door de fabrikanten adviezen worden verstrekt omtrent de wandkeuze, toepassingsgebieden, dilataties e.d. Voor dragende wanden kunnen de berekeningen door de fabrikant worden verzorgd.
Milieu en gezondheid
Duurzaamheid van blokkenwanden
Blokkenwanden zijn van duurzame materialen opgetrokken en hun levensduur kan gelijk worden gesteld aan de economische levensduur van het gebouw, waarin ze worden toegepast.
Bij blokkenwanden, die als "vuilwerk" worden vervaardigd, wordt de duurzaamheid beïnvloed door de gekozen wandafwerking.
In utiliteitsbouw is het ter verhoging van de duurzaamheid aan te bevelen, op kwetsbare plaatsen wandbescherming tegen mechanische beschadigingen in de vorm van stootranden e.d., aan te brengen.
Referenties
Wet- en regelgeving
- BB: Bouwbesluit (2012)
- WW: Woningwet (2015)
Normen en praktijkrichtlijnen
Europese normen van het Comité Européen de Normalisation (CEN) en de International Organization for Standardization (ISO):
- NEN-EN 771-3 Specificaties voor metselstenen - Deel 3: Bouwblokken en -stenen van grind- en lichtbeton
- NEN-EN 772-1 Beproevingsmethoden voor metselstenen - Deel 1: Bepaling van de druksterkte
- NEN-EN 772-16 Beproevingsmethoden voor metselstenen - Deel 16: Bepaling van de afmetingen
- NEN-EN 1051-1 Glas voor gebouwen - Glazen stenen en glazen tegels - Deel 1: Definities en beschrijvingen
- NEN-EN 1051-2 Glas voor gebouwen - Glazen stenen en glazen vloertegels - Deel 2: Conformiteitsbeoordeling/Productnorm
- NEN-EN 1364-1 Bepaling van de brandwerendheid van niet-dragende bouwdelen - Deel 1: Wanden
- NEN-EN 1365-1 Bepaling van de brandwerendheid van dragende bouwdelen - Deel 1: Wanden
Normen van het Nederlands Normalisatie-instituut (NNI):
- NEN 2778 Vochtwering in gebouwen - Bepalingsmethoden
- NEN 2686 Luchtdoorlatendheid van gebouwen - Meetmethode
- NEN 3838 Gasbetonprodukten
- NEN 5077 Geluidwering in gebouwen - Bepalingsmethoden voor de grootheden voor geluidwering van uitwendige scheidingsconstructies, luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidniveaus veroorzaakt door installaties en nagalmtijd
- NEN 5078 Geluidswering in gebouwen; rekenmethode voor de bepaling van de geluidsabsorptie in ruimten
- NEN 6000 Modulaire coördinatie voor gebouwen; begripsomschrijvingen, algemene bepalingen en regels voor plannen
- NEN 6064 Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen
- NEN 6068 Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten
- NEN 6069 Beproeving en klassering van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten
- NEN 6075 Bepaling van de weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten
- NEN 6081 Brandveiligheid van gebouwen - Functionele eisen
- NEN 6082: Brandveiligheid van gebouwen - Woningen en woongebouwen - Prestatie-eisen
- NEN 6702 Technische grondslagen voor bouwconstructies - TGB 1990 - Belastingen en vervormingen
Nederlandse Praktijkrichtlijnen:
- NPR 2877 Beproevingsmethoden voor waterdichtheid van scheidingsconstructies
- NPR 5070 Geluidswering in woongebouwen- Voorbeelden van wand- en vloerconstructies
- NPR 6791 Steenconstructies - Eenvoudige ontwerpregels, gebaseerd op NEN 6790:2005 (norm ingetrokken sinds 22-04-2013, niet vervangen)
- NPR 7052 Niet-dragende scheidingswanden van gipsblokken
Beoordelingsrichtlijnen en specificaties
- BRL 1003 Beoordelingsrichtlijn. Niet dragende-binnenwanden
Geraadpleegde literatuur
- Voornoemde normen en voorschriften
- Merkom H.J. van, ir., Opgaand werk, Bouwkunde deel 2, 1984
- Krieke U. van de, Beglazen, Bouwkunde deel 4, 1984
- Leesberg A.F.A., ir., Scheidingswanden, Bouwkunde deel 8, 1985
- Melsen A.J., Bouwfysica I, 1993
- Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten (KNB), Diverse voorlichtingsbrochures
- Documentatie diverse fabrikanten
Klik hier om terug te gaan naar de themapagina wanden.