Omschrijving
Elementenwanden of systeemwanden zijn geprefabriceerde, verdiepingshoge elementen voor niet-dragende lichte scheidingswanden die, eventueel met losse stijlen, tot wanden zijn aaneengeschakeld.
Meteen een product vinden? >> Systeemwanden op NBD-Online |
Referentienummers
- Systeemwanden
- (22) Binnenwanden
- Systeemwanden, Elementenwanden
Samenstelling
Systeemopbouw van elementenwanden
Permanente of verplaatsbare elementenwanden zijn opgebouwd uit eventueel uitwisselbare verdiepingshoge elementen, die op verschillende wijzen kunnen zijn gesteld. De elementen zijn onderling gekoppeld met een ver, een hol- en dol- of klemconstructie, dan wel door middel van stijlen.
De min of meer flexibele aansluitingen op de ruwbouw dienen de bewegingen in de omringende constructie en/of oneffenheden van de aangrenzende bouwdelen, almede lineaire vormveranderingen van de elementen zelf te kunnen opnemen, zonder dat daardoor de geluidsisolatie nadelig wordt beïnvloed, of de wand beschadigd wordt. Voor de plafondaansluiting wordt een flexibele voeg van tenminste 10 mm aangehouden, zodat de doorbuiging van de bovenliggende vloer kan worden opgevangen.
Elektrische leidingen kunnen in de wand zijn opgenomen, of bij enkele typen horizontaal lopen in de plafondaansluiting, hoewel dit een verzwakking van de geluidsisolatie kan betekenen. Vaak worden elektraplinten toegepast.
Elementopbouw van elementenwanden
De elementen bestaan uit homogeen materiaal, een sandwichconstructie of zijn samengesteld uit een frame met aan weerszijden een beplating, eventueel gevuld met isolatiemateriaal.
Het oppervlak van de elementen kan geheel zijn afgewerkt of is behangklaar.
Voor de onderlinge koppeling zijn de elementen aan de lange zijde voorzien van een sponning, messing of veer; aan de onder- en bovenzijde van een sponning of klemconstructie voor aansluiting op het plafond en de vloer.
In de fabriek kunnen de elementen zijn voorzien van elektrische leidingen.
Materiaal van elementenwanden
De elementen kunnen zijn vervaardigd uit de volgende materialen:
- Homogeen materiaal: gasbeton of lichtbeton met transportwapening, spaanplaat of gips;
- Sandwichconstructie: dekplaten van gipskarton, hardboard of metaal; kernmateriaal van stro- of vlasvezel, honingraatvormig karton, minerale wol of kunststof hardschuim;
- Frame van hout of metaal met beplating van gipskarton, spaanplaat, cementvezelplaat of hout (triplex);
- Volledig beglaasde elementen.
Hulpstukken van elementenwanden
- Paspanelen: bij alle typen wanden zijn paspanelen leverbaar. Sommige worden o maat geleverd, andere worden op de bouwplaats op maat gemaakt.
Vooral de eenvoudig verplaatsbare wanden hebben een aantal op het systeem passende of aansluitende elementen:- Kasten, compleet ingericht;
- Deuren met binnendeurkozijnen;
- Garderobe-elementen;
- Balie en loket;
- Planken;
- Ventilatie-elementen;
- Complete plafond- en verlichtingssystemen.
- Bevestigingsmiddelen voor lichte en zware lasten;
- Plinten, afdeklijsten, stelregels en dergelijke worden gewoonlijk bijgeleverd;
- Glas kan, ten behoeve van verhoogde geluidsisolatie, dubbel worden uitgevoerd.
Meteen een product vinden? >> Systeemwanden op NBD-Online |
Vorm en afmeting
Afmetingen van elementenwanden
- De elementen zijn verdiepingshoog met een maximum van 6 m;
- De elementbreedte varieert van 0,20 - 2,00 m, afhankelijk van de hanteerbaarheid en het gewicht. Een gangbare breedtemaat is 1,20 m;
- De dikte varieert in samenhang met de opbouw van het element van 35 - 150 mm.
Toleranties: wandelementen worden in de fabriek op maat vervaardigd. Bij de bepaling van de maten wordt rekening gehouden met de tolerantie die nodig is om de elementen te kunnenplaatsen. De nauwkeurigheid van maatvoering in de ruwbouw is eveneens van invloed. Bij het ene type element kan meer maatafwijking van de ruwbouw worden opgevangen dan bij een ander.
Maatcoördinatie: de fabrikant zal de fabricageafmetingen van zijn elementen moeten afstemmen op de beschikbare inbouwafmetingen, daarbij rekening houdende met het bovenstaande en de eventueel gevolgde regels van de Modulaire Coördinatie (NEN 6000).
Gewicht van elementenwanden
Het gewicht van de meeste wanden varieert van 200 - 400 N/m2, met enkele uitzonderingen van 170 - 600 N/m2.
Uiterlijk van elementenwanden
Oppervlaktestructuur
Verdiepingshoge elementen hoeven slechts verticale voegen te hebben. Wordt ook een horizontale geleden aangebracht, dan zijn er verschillend indelingen mogelijk. Het oppervlak van de wanden kan, afhankelijk van het toegepaste element, zijn:
- Naadloos;
- Verticaal geleed;
- Met verschillende horizontale verdelingen en vullingen;
- Elementen uitgevoerd met deur, loket, e.d.
- De wanden kunnen naadloos worden afgewerkt, indien ze zijn samengesteld uit lichtbeton- of gasbetonelementen, gipselementen en elementen met een beplating van gipskarton.
- De naden kunnen afgewerkt worden door:
- Egaliseren, waarbij de kans bestaat dat door een geringe maatverandering scheurvorming optreedt;
- Voeg vullen met een voegvulmiddel en een voegband als wapening;
- Een speciaal voegband, dat niet aan de afwerking (behang) hecht.
- Wanden opgebouwd uit elementen met oppervlakken van spaanplaat, metaalplaat, hardboard, vezelcementplaat, triplex of multiplex kunnen niet met blijvend succes naadloos worden afgewerkt, omdat het materiaal onderhevig blijft aan krimp en uitzetting. Bij deze elementenwanden blijven de naden dus in het zicht.
- Veel wanden worden behangklaar opgeleverd.
- Vooral de makkelijk verplaatsbare wanden worden compleet afgewerkt aangevoerd. De wandafwerking van compleet afgewerkte wanden kan zijn:
- Hardplastic of melamine harslaag;
- PVC-folie;
- Vinyl op textielbasis;
- Hout, triplex, fineer;
- Gemoffeld lakwerk.
Neveneffecten
Volgens de Warenwet moet spaanplaat minimaal voldoen aan formaldehyde-emissieklasse E1. De uit spaanplaat vrijkomende formaldehyde kan irritatie van slijmvliezen en luchtwegen veroorzaken. Indien de platen zijn afgewerkt met een afsluitende laag zoals verf, fineer of folie, kan deze afgifte worden beperkt. Het probleem van formaldehyde in spaanplaat en MDF is weliswaar verminderd, maar formaldehyde-vrije spaanplaat en MDF verdienen toch de voorkeur.
Prestaties
Mechanische eigenschappen van elementenwanden
Productsterkte
- Sterkte-eisen die aan elementenwanden kunnen worden gesteld, worden ontleend aan de richtlijnen van de UEAtc. Van invloed op de sterkte, stijfheid en stabiliteit zijn de lengte (hoogte), de dikte en de wijze waarop de elementen zijn opgebouwd (homogeen, sandwich, frame met beplating), alsmede de indeling van de wand zelf (openingen) en de aansluiting van de elementen onderling en tegen de ruwbouw.
- Bij de zwaardere elementen kan, door de normale doorbuiging van de vloerconstructie, verschuiving van de verticale aansluitingen optreden.
- De meeste wanden zijn voldoende stijf; waarbij zij opgemerkt dat elementen van houten frames met een beplating van gipskarton de minste stijfheid bezitten.
- De blijvende doorbuiging van een element mag niet meer bedragen dan 1/500 van de hoogte met een maximum van 5 mm.
Vuur, explosie en elementenwanden
Brandwerendheid
- Elementenwanden worden hoofdzakelijk als niet-dragende binnenwanden toegepast in utiliteitsgebouwen als scheidingswanden en in woningen tussen twee kamers.
- De brandwerendheid zal in de meeste gevallen dan ook niet meer hoeven te bedragen dan 20 minuten, hetgeen door vrijwel alle elementenwanden wordt bereikt. Bij bepaalde toepassingen, bijvoorbeeld langs vluchtwegen, worden andere eisen gesteld.
- De brandwerendheid van elementenwanden wordt vooral beïnvloed door de aansluitingen. In die gevallen waarin aluminium of kunststof profielen worden toegepast, dient naderonderzoek uit te wijzen of het gekozen wandtype mag worden toegepast, indien er eisen ten aanzien van de brandwerendheid worden gesteld.
Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen en elementenwanden
Bestandheid
- Gasbeton, lichtbeton, gips, vezelcement, metaal en hardschuim zijn niet of nauwelijks vochtgevoelig.
- Wel vochtgevoelige materialen:
Materiaal
Vochtgevoelig ja/nee
Gevolg
Gasbeton
Niet of nauwelijks
Lichtbeton
Niet of nauwelijks
Gips
Niet of nauwelijks
Vezelcement
Niet of nauwelijks
Metaal
Niet of nauwelijks
Hardschuim
Niet of nauwelijks
Gipskartonplaat*
Ja
Kartonlaag verweekt; sterkteverlies
Spaanplaat,
Stro-/vlasvezelplaat
Ja
Zwellen, sterkte- en vormverlies
Hardboard
Ja
Afhankelijk van de soort; zwellen, bollen
Minerale wol
Ja
(Tijdelijk) verlies van isolerende werking
Triplex
Ja
Afhankelijk van de soort, zwellen
Afwerklagen
Ja
De meeste zijn vochtgevoelig
*In de handel zijn gipskartonplaten met een beperkte weerstand tegen invloeden van vocht.- Beschadiging door vocht kan optreden:
- Tijdens transport, opslag en verwerking;
- Na plaatsing in natte ruimten;
- Na plaatsing door hygrothermische invloeden.
- Elementenwanden kunnen in het algemeen niet zonder speciale voorzieningen worden toegepast in natte ruimten. Belangrijk is de aansluiting met de vloer, de wand en de onderlinge aansluiting en de mogelijkheden deze goed waterdicht af te werken.
- Door verschil in relatieve vochtigheid van de lucht, ’s zomers buiten/binnen 80-90 % RV, ‘s winters binnen (cv) 30-40 % RV, ontstaan lineaire vormveranderingen. Deze liggen tussen de 0,2 mm/m (gips) en 2 mm/m (spaanplaat).
- De vormveranderingen (bewegingen) moeten, zonder schade aan de afdichtingen (geluidsisolatie) worden opgenomen door de flexibiliteit van de aansluitingen.
- Biologische invloeden: micro-organismen kunnen, in combinatie met vocht, schimmelvorming veroorzaken op bepaalde soorten wandelementen. Dergelijke veelal van organisch materiaal vervaardigde elementen dienen met schimmelwerende preparaten behandeld te zijn.
- Beschadiging door vocht kan optreden:
Akoestische eigenschappen van elementenwanden
Bij buigslappe wanden kan een te starre afwerking (betegelen, betimmeren) deze eigenschap nadelig beïnvloeden, waardoor de geluidsisolatie vermindert.
Toepassing
Functionele bruikbaarheid van elementenwanden
Elementenwanden worden als niet-dragende binnenwanden toegepast in de woningbouw en in de utiliteitsbouw als scheidingswanden. De aansluitingen op de ruwbouw en de onderlinge koppeling van de elementen geven aan of de wand verplaatsbaar is en zo ja, de mate waarin en of de elementen onderling uitwisselbaar zijn. Indien leidingen in de wand zijn opgenomen, wordt de verwisselbaarheid hierdoor nadelig beïnvloed.
Meteen een product vinden? >> Systeemwanden op NBD-Online |
Voorschriften voor elementenwanden
Voor elementenwanden is geen geharmoniseerde norm beschikbaar, ze hoeven vooralsnog niet voorzien te zijn van een CE-markering. Voor losse onderdelen van elementenwanden, zoals gipskartonplaten en isolatiemateriaal gelden wel geharmoniseerde norm, maar het is de verantwoordelijkheid van de fabrikant van de elementenwanden dat deze materialen met CE-markering verwerkt tot het product elementenwand.
Elementenwanden kunnen worden beoordeeld aan de hand van de UEAtc. De fabrikant kan een KOMO-attest voor het product verkrijgen, indien aan bepaalde eisen wordt voldaan, die o.a. zijn ontleend aan de UEAtc. In de KOMO-certificaten database Niet dragende binnenwanden - B1E22 staat vermeld voor welke wanden een KOMO-attest is afgegeven.
Verwerking en montage
Transport van elementwanden
De elementen worden veelal onverpakt, in de afbouwfase op het werk aangevoerd.
Opslag van elementwanden
Droog en op een vlakke ondergrond. Vooral de vochtgevoelige elementen moeten zo kort mogelijk voor de verwerking worden aangevoerd en worden opgeslagen in een droge ruimte, op een vlakke schone vloer of op een latwerk. Randen en hoeken zo nodig beschermen tegen beschadiging.
Verwerking van elementwanden
In alle gevallen dienen de montage-aanwijzingen van de fabrikant gevolgd te worden. Ook in een eventueel aanwezig KOMO-attest worden de verwerkingsvoorschriften en de wijze van montage vermeld.
Het opbouwen is afhankelijk van het soort product. De ene wand is, na betrekkelijk eenvoudige instructie, door de aannemer met eigen personeel te plaatsen, de andere vereisen een gespecialiseerde stelploeg, vaak van de leverancier van de elementen.
De elementen worden droog verwerkt, behoudens in voorkomende gevallen waarbij de naden tussen de platen worden afgewerkt met een vulmiddel.
De elementen worden volgens het principe vast, los of verend, op een afgewerkte vloer gesteld op:
- een houten lat;
- stelwiggen;
- een houten lat d.m.v. stelmoeren of een (spiraal)veerconstructie;
- een vloerregel tussen de beplating.
De aansluiting aan het plafond geschiedt met een tussenruimte van 10 mm en wordt uitgevoerd met een:
- U-vormig profiel van metaal, kunststof of hout;
- Klemconstructie van stelmoeren of (spiraal-)veren;
- Plafondregel tussen de beplating.
De wandaansluitingen op de reeds afgewerkte constructie worden op dezelfde wijze uitgevoerd als bij het plafond, met een U-profiel, een houten lat of een regel tussen de beplating.
Tussen de aansluiting op de omringende bouwdelen wordt een afdichtingsmateriaal van kit, vilt of schuimbad aangebracht en de aansluitende voegen van de wandelementen worden opgevuld met bijv. minerale wol.
Als afwerking of ten behoeve van de inklemming van de panelen worden de aansluitingen, met uitzondering van de U-vormige profielen, afgedekt met een (houten) plint. Indien de aansluiting met een houten regel is uitgevoerd waarover de beplating valt, kan de plintafwerking achterwege blijven. Bij het plafond kan dit aanleiding zijn, dat door de doorbuigende vloer de naad zichtbaar verloopt of, indien een kitafdichting is toegepast, deze weggedrukt wordt. Bij holle elementen bestaat de mogelijkheid vóór het stellen een leiding in te brengen.
Afwerking van elementwanden
De wandelementen die niet afgewerkt worden aangevoerd, dienen vervolgens nog te worden beplakt of anderszins afgewerkt. Gipskartonplaten dienen vóór het behangen te worden voorzien van een grondlaag, zodat het behang later verwijderd kan worden, zonder de kartonlaag te beschadigen.
Montagetijd van elementwanden
Elementenwanden vragen in het werk minder arbeid dan de ermee verglijkbare montagewanden, echter met minder grote aanpasbaarheid aan de ruwbouw.
Bewerkbaarheid van elementwanden
Steenachtige elementen kunnen worden gezaagd met een voor dit materiaal geschikte cirkelzaag of doorslijpschijf.
Onderhoud
De wanden vragen weinig onderhoud wanneer wandkeuze en gebruik op elkaar zijn afgestemd. Beschadigingen zullen, afhankelijk van het type wand en het materiaal, gerepareerd moeten worden met een vulmiddel, door het vernieuwen van een beplating of het vervangen van een heel element. Dit laatste is slechts bij een beperkt aantal types elementen mogelijk.
Economische factoren
Prijzen van elementwanden
De prijs van een elementenwand, in het werk geplaatst, wordt bepaald door de materiaalprijs in relatie tot het afgenomen volume en de kosten van het plaatsen.
De prijzen van wanden voor de woningbouw lopen weinig uiteen. Het verschil met (verplaatsbare) wanden voor de utiliteitsbouw kan aanzienlijk zijn, terwijl ook daarin de prijs sterk beïnvloed wordt door de differentiatie, de gewenste accessoires, de afwerking etc.
Referenties
Geraadpleegde bronnen
Productinformatie van leveranciers
Normen
- NEN-EN 1023-1 - Meubelen voor kantoren - Scheidingswanden - Deel 1: Afmetingen
- NEN-EN 1023-2 - Meubelen voor kantoren - Scheidingswanden - Deel 2: Mechanische veiligheidseisen
- NEN-EN 1023-3 - Meubelen voor kantoren - Scheidingswanden - Deel 3: Beproevingsmethoden
- NEN 6000 - Modulaire coördinatie voor gebouwen - Begripsomschrijvingen, algemene bepalingen en regels voor plannen
Uitvoeringsvoorschriften en wenken
- Bouwbesluit
- Gemeenschappelijke beoordelingsrichtlijnen voor lichte scheidingswanden (Union Européenne pour l’Agrément technique dans la construction (UEAtc)).
Klik hier om terug te gaan naar de themapagina wanden.