Basiskennis Bouwkunde: Houten binnendeuren

Basiskennis Bouwkunde, met informatie over normale binnendeuren en speciale binnendeuren 

Omschrijving

Houten binnendeuren zijn in te delen in vlakke deuren met vulling, massieve vlakke deuren en paneeldeuren of "stijl"-deuren, met of zonder glasopening(en). Van deze drie deurtypen wordt de vlakke deur met vulling het meest toegepast meestal in afgewerkte vorm, de zogenaamde lakdeur.

Binnendeuren kunnen ook zijn uitgevoerd als brandwerende of geluidwerende deur, als deur bestand tegen (röntgen)straling dan wel als kogelwerende of inbraakwerende deur.

Meteen een product vinden? >> Houten binnendeuren op NBD-Online

Kenmerken

  • Massieve deuren en paneeldeuren;
  • Maattoleranties van houten binnendeuren;
  • Brandwerende binnendeuren;
  • Relevante links naar normen en instanties.

Referentienummers


Samenstelling

Systeemopbouw van houten binnendeuren

Houten binnendeuren kunnen naar hun samenstelling worden onderscheiden in:

  • Vlakke deuren met vulling: dit zijn deuren opgebouwd uit een houten raamwerk, een vulling en een tweezijdige beplating met of zonder deklaag.
    • De deuren kunnen ook worden uitgevoerd met een of meer glasopeningen (glasdeuren) of (imitatie)panelen (paneeldeuren);
    • Vlakke deuren met vulling worden, met verschillende kantafwerkingen, zowel in stompe als in opdekuitvoering geleverd.
  • Massieve vlakke deuren:
    • Dit zijn deuren opgebouwd uit plaatmateriaal, in de regel multiplex, al dan niet voorzien van een beplating of deklaag, een raamwerk ontbreekt. Er is ook een type met een massieve, uit latten samengestelde kern;
    • Massieve vlakke deuren worden ook wel als utiliteitsdeuren aangeduid;
    • Massieve vlakke deuren worden in de regel als stompe deuren uitgevoerd en kunnen ook als buitendeur worden toegepast;
    • Een of meer (kleine) glasopeningen zijn mogelijk.
  • Paneel- of "stijl"deuren:
    • Dit zijn deuren opgebouwd uit al dan niet gefineerde, massief houten stijlen en dorpels en een of meer panelen van plaatmateriaal, massief hout of glas al dan niet in glasroeden;
    • Paneel- of "stijl"deuren worden zowel in stompe als in opdek-uitvoering geleverd.
  • Speciale deuren: dit zijn veelal standaard (vlakke) deuren die, in verband met de specifieke eisen die er aan worden gesteld, een aangepaste samenstelling hebben. Speciale deuren zijn er in de volgende typen:
    • Geluidwerende deuren, (zowel in enkele deur- als tandemconstructie);
    • Brandwerende deuren;
    • Stralingwerende deuren;
    • Kogelwerende deuren;
    • Inbraakwerende deuren;
    • Faraday-deuren (ter afscherming tegen elektromagnetische velden).

Vaak moeten er niet alleen voorzieningen aan de deuren worden getroffen doch ook aan de kozijnen, teneinde kozijn en deur in combinatie te laten voldoen aan de functie-eis.

Naar de wijze van oppervlakte-afwerking kan bij vlakke deuren onderscheid worden gemaakt in:

  • Onbehandelde of blankwerkdeuren;
  • Voorbewerkte of verfwerkdeuren;
  • Afgewerkte deuren.

Alle standaarddeurtypen worden in de regel als draaideur toegepast. Met voorzieningen aan de deurstijlen en deurdorpels kunnen de meeste typen ook dienst doen als:

  • Dubbele draaideuren;
  • Enkele of dubbele schuifdeuren;
  • Enkele of dubbele doordraaiende deuren.

Elementopbouw, materiaal van houten binnendeuren

Vlakke deuren met vulling

Voor vlakke deuren met vulling worden op basis van de samenstelling hiervan verschillende type-aanduidingen gehanteerd

  • Naar vulling:
    • Cellendeur;
    • Roosterdeur;
    • Spaanplaatdeur.
  • Naar beplating:
    • Triplexdeur (met vulling);
    • (Hard)boarddeur;
    • Hardkunststofdeur.
  • Naar deklaag/afwerking:
    • Fineerdeur;
    • Hardkunststofdeur;
    • Foliedeur;
    • Lakdeur.

Geheel vlakke deuren zijn als volgt samengesteld:

  • Randwerk:
    • Het randwerk van vlakke deuren met vulling bestaat uit stijlen en dorpels van naaldhout of (goedkope) loofhoutsoorten, die koud op elkaar met nieten, door middel van deuvels of op andere wijze met elkaar zijn verbonden;
    • Als slot-, en soms ook als scharnierversterking, zijn dikwijls klossen.
    • Vulling:
      • De vulling van dit type deur kan een min of meer open structuur hebben van organisch of anorganisch materiaal of bestaan uit massief plaatmateriaal;
      • Vullingen met een open structuur zijn samengesteld uit een kartonnen of hardboard celstructuur (cellendeur), een houten rooster (roosterdeur), fineerstroken, houtspaan- of papierkrullen of latten;
      • Ter voorkoming van oneffenheden in de beplating en aftekening van het rooster tijdens en vlak na het persen van de deur, bevinden er zich meestal ventilatie-openingen in het rooster en het randwerk;
      • Een massieve vulling bestaat meestal uit vezel(spaan)plaat of meubelplaat.
    • Beplating:
      • De beplating kan bestaan uit hardboard (boarddeur), triplex (triplexdeur), MDF,  metaal of hardkunststof (dik maximaal 3 mm) (hardkunststofdeur).
    • Deklaag/afwerklaag:
      • De deklaag kan bestaan uit schil- of snij ("edel") fineer-, metalen of kunststofplaten of uit kunststof folie;
      • Een aantal gangbare schil- en/of snijfineersoorten voor de deklaag zijn okoumé, limba, eiken, (sapeli-)mahonie, teak, noten, makoré, kosipo en wengé. Minder gangbaar zijn afrormosia, oregon pine, parapine, grenen, berken, beuken, esdoorn, essen en populier;
      • Ook kunststofplaatmateriaal (dik 0,6-1,2 mm) of kunststoffolie (hout- of kleurcover) wordt gebruikt als deklaag;
      • Bij de lakdeur ontbreekt de deklaag, de lak wordt rechtstreeks op de beplating (in de regel hardboard) aangebracht.
    • De zijkanten van vlakke deuren kunnen op verschillende manieren zijn afgewerkt:
      • Zonder kant- of zijlat:
        • De beplating loopt niet door over het randwerk, zodat er een naad zichtbaar blijft.
          Door toepassing van een reklijst kan een sponning worden gevormd die deze naad accentueert;
        • Het randwerk wordt afgeplakt met kantenfolie of -fineer;
        • De beplating en de deklaag lopen door over het randwerk of alleen de deklaag loopt door over het randwerk;
      • Met kant- of zijlat van hout of kunststof:
        • Het randwerk is voorzien van een bij het fineer passende op het randwerk gelijmde zijlat of reklijst, de deklaag loopt niet door;
        • De beplating en de deklaag lopen door over de kantlat;
        • Alleen de deklaag loopt door over de kantlat.
Vlakke glasdeuren en paneeldeuren

De opbouw van deze deuren komt overeen met die van de standaard vlakke deuren. Ter plaatse van het glas of de panelen wordt een paneelgroef of een sponningconstructie gevormd door middel van (hard)houten opleglijsten. Door op vlakke deuren houten lijsten te lijmen worden imitatiepaneeldeuren verkregen.

Massieve vlakke deuren

Voor massieve vlakke deuren worden op basis van de samenstelling verschillende typeaanduidingen gehanteerd:

  • Naar plaatmateriaal:
    • Multiplex deur: bestaat geheel uit multiplex, met of zonder kantlat, in de regel Exterieur 2 verlijmd;
    • Triplex deur (met lattenkern): heeft een massieve, uit latten samengestelde kern, en ook een afwerking met of zonder een kantlat;
    • Spaanplaat deur: bestaat geheel uit spaanplaat;
    • MDF deur: bestaat geheel uit massief MDF.
  • Naar beplating: hardkunststofdeur;
  • Naar deklaag: fineerdeur.

Massieve vlakke deuren worden vanwege de massieve (stootvaste) vulling ook wel aangeduid als Utiliteitsdeuren.

De afwerking met kant- of zijlat kan op de volgende wijzen:

  • De deurplaat is voorzien van een bij het multiplex passende gelijmde kantlat, er blijft een naad zichtbaar;
  • De deklaag loopt door over de kantlat.
Paneeldeuren of "stijl"deuren

Berkvens Berano binnendeur

Deze deuren zijn als volgt samengesteld:

Randwerk:
De stijlen en dorpels zijn in de regel van massief hardhout of massief MDF. Bij stijlen en dorpels van naaldhout bestaan deze in de regel uit twee delen om kromtrekken zoveel mogelijk te voorkomen. De onderlinge verbinding van de delen is zwaluwstaartvormig of "koud op elkaar". Bij hardhouten deuren is dit opzagen niet nodig;

 

De verbindingen tussen stijlen en dorpels kunnen zijn uitgevoerd met hardhouten deuvels dan wel met enkele of dubbele blinde pen- en gatverbindingen.

  • Panelen:
    • Houten panelen, soms voorzien van een bossing, zijn in een sponning geplaatst of in een groef opgesloten. De panelen kunnen ook met opleg- of inleglijsten worden afgesloten;
    • Glazen panelen zijn in een glassponning aangebracht en opgesloten door middel van (hard)houten glaslatten, dan wel metalen of kunststofprofielen. Met glasroeden kan  een onderverdeling van het glasoppervlak worden verkregen.
Speciale deuren

Geluidwerende deuren/deurelementen

  • De opbouw van geluidwerende deuren hangt af van de gewenste geluidsisolatie. Het merendeel van de deuren dat als geluidwerende deur wordt toegepast, bestaat uit vlakke standaarddeuren;
  • Ter verbetering van de geluidwerende eigenschappen van deze deuren wordt er extra aandacht geschonken aan de aansluiting van de deur op het kozijn en op de onderdorpel;
  • Een nog betere afdichting wordt verkregen met speciale, flexibele, afdichtingsprofielen van kunststof of viltstroken. Voorzieningen aan de onderdorpel kunnen bestaan uit oploop- of valdorpelconstructies, in combinatie met kunststofschuim of vilt;
  • Geluidwerende deurelementen bestaan uit een geluidwerende deur in combinatie met een kozijn dat alle noodzakelijke voorzieningen heeft. Ook worden er deuren geleverd, waarvan de vulling uit twee of meer vezel(spaan-)platen bestaat, bij voorkeur van ongelijke dikte. Soms is er nog een geribde of van gaten voorziene vezelplaat tussen deze platen aangebracht.

Een tandemconstructie (twee deuren achter elkaar) bestaat uit twee deuren bij voorkeur van ongelijke dikte, die met een bepaalde tussenruimte achter elkaar in hetzelfde of in een samengesteld kozijn worden geplaatst, meestal voorzien van de eerder genoemde afdichtingsvoorzieningen. De deuren zijn opgebouwd als een enkele geluidsisolerende deur.

Brandwerende deuren

  • Brandwerende deuren kunnen vlakke standaarddeuren zijn of deuren, die extra brandwerend vermogen krijgen door de toepassing van vullingen van minerale vezels of vezelplaten en/of beplatingen van cementgebonden minerale vezelplaat, beplatingen van triplex met vezelcement lagen of van door en door met brandvertragende zouten geïmpregneerd triplex;
  • Ook kunnen de houtverbindingen, sloten en draai- en sluitnaden zijn voorzien van bij verhitting opschuimend of onbrandbaar materiaal, dat tevens dienst doet als rookwering. Het deur-oppervlak kan zijn behandeld met brandvertragende verf;
  • Brandwerende deuren kunnen ook als schuifdeur worden uitgevoerd.

Stralingwerende deuren

  • Stralingwerende deuren, ter afsluiting van ruimten waar met (röntgen)stralen wordt gewerkt, ook wel röntgen- of looddeuren genoemd, zijn opgebouwd als massieve vlakke deuren met een inlage of beplating van lood, die doorloopt tot de deurrand;
  • De dikte van het lood hangt af van de te verwachten stralingsintensiteit. Bij toepassing van een enkele beplating moet deze zich aan de zijde van de stralingsbron bevinden.

Kogelwerende deuren

  • Kogelwerende deuren zijn eveneens opgebouwd als massieve vlakke deuren. Bij deze deuren bestaat de inlage of beplating uit staal of pantserhout (geïmpregneerde dunne fineerlagen) die meestal niet helemaal doorloopt tot de deurrand, zodat de deur in de breedte en hoogte nog enkele millimeters kan worden ingekort;
  • De dikte van de staalplaat hangt af van de eisen die de architect of veiligheidsdeskundige stelt.
  • Inbraakwerende deuren: zijn wat opbouw betreft gelijk aan kogelwerende deuren, echter de beplating of inlage is minder zwaar.
  • Faraday-deuren: dit type deuren wordt ter afscherming van elektro-magnetische velden toegepast, bestaan uit een sandwichconstructie waartussen zich verzinkt gaas.

 

Opbouw deurtypen in verband met wijze van bewegen:

Enkele draaideuren

  • Enkele draaideuren kunnen zijn uitgevoerd als stompe of  opdekdeur. Bij stompe deuren is de sponningbreedte van het kozijn gelijk aan de deurdikte, zodat voorkant kozijn en voorkant deur in één vlak liggen, of enkele mm groter; de sluitnaden blijven zichtbaar;
  • Bij opdekdeuren is de sponningbreedte van het kozijn kleiner dan de deurdikte en is de deur voorzien van een sponning, de opdeksponning, of van een kunststof opdekprofiel, zodat de naad tussen deur en kozijn wordt afgedekt door een overslag.

Dubbele draaideuren

  • Dubbele draaideuren kunnen zijn uitgevoerd met een tongnaaldconstructie. (Stolpnaalden worden nagenoeg alleen voor buitendeuren toegepast; de deuren moeten gelijktijdig geopend worden.);
  • De tong- (of slag-) naaldconstructie kan worden gevormd door (hard) houten aanslaglatten of naalden, door stalen strippen of T-profielen;
  • Ook zijn er aluminium tongnaaldprofielen in de handel.

Schuifdeuren

  • Alle deurtypen kunnen worden uitgevoerd als schuifdeur en behoeven in principe slechts een aanpassing t.b.v. het hang- en sluitwerk en de afdichting op het kozijn. Schuifdeuren kunnen aan de bovenzijde aan een rail worden afgehangen d.m.v. looprollen, of lopen d.m.v. rolsloten op een op de vloer aangebrachte rail. Ook is er een magnetisch systeem in de handel;
  • Geleiding aan boven- en onderzijde vindt plaats door geleiderollen en/of geleidelatten. De looprollen zijn met beugels zodanig aan de deur bevestigd dat het hart van de deur onder het hart van de rail ligt;
  • Rolsloten worden meestal in een slof geplaatst. Dubbele schuifdeuren sluiten met naaldstukken in elkaar.

Doordraaiende deuren

  • Enkele en dubbele doordraaiende deuren worden in het midden van het kozijn geplaatst, sponningen ontbreken;
  • De afdichting van de deuren aan de sluitzijde geschiedt met houten of flexibele naaldstukken. Deze afdichtingen zijn niet tochtdicht;
  • De flexibele uitvoering in rubber, kunststof of met borstels geeft een betere afdichting en is veiliger dan die in hout.

Een product vinden? >> Houten binnendeuren op NBD-Online

Fabricagemethode van houten binnendeuren

Vlakke deuren met vulling

De stijlen en dorpels van het randwerk worden tijdelijk gefixeerd met een kram- of nietverbinding, dan wel gelijmd. Randwerk, vulling, beplating inclusief eventuele deklaag en kantlatten worden vervolgens gelijmd met een kunstharslijm en onder hoge druk en eventueel bij verhoogde temperatuur tot een geheel samengeperst.

Massieve vlakke deuren

Multiplex deuren worden uit multiplex platen gezaagd. Bij triplex deuren wordt de massieve vulling verkregen door de latten, met de houtdraad om en om, met de triplexbeplating te verlijmen.

Paneeldeuren of stijldeuren

Bij alle deurtypen kunnen de sloten, grendels e.d. in de fabriek worden aangebracht of de gaten hiervoor worden ingefreesd.

Voor de vervaardiging van houten binnendeuren bestaan (nog) geen voorschriften.

Oppervlaktebehandeling van houten binnendeuren

Binnendeuren kunnen in verschillende afwerkstadia worden geleverd.

Toebehoren bij houten binnendeuren

Het hang- en sluitwerk voor binnendeuren kan al dan niet worden meegeleverd. De meeste fabrikanten hebben een eigen standaardprogramma. Dit bestaat in hoofdzaak uit verschillende soorten sloten en scharnieren, fitsen en paumelles.

Het overige hang- en sluitwerk kan bestaan uit schuiven, grendels, deurvastzetters en deursluiters voor draaideuren; loopwerk zoals rolsloten, kogelhangrollen en rails voor schuifdeuren en gehengen voor opgeklampte deuren.

Hulpstukken bij houten binnendeuren

Schopplaten van kunststof of metaal ter voorkoming van beschadiging van deuren, ventilatieroosters, flexibele kunststof of rubberen afdichtingsprofielen, beweegbare en vaste dorpelafsluitingen.

Voor looddeuren speciale kozijnen met loden inlagen.

Accessoires voor houten binnendeuren

Voor automatisch bedienbare deuren: aandrijfsystemen met radar- en fotocelbesturing, drukknop-, trek-, voet- en elleboogschakelaars.

Naar plaatmateriaal
  • Multiplex deur: bestaat geheel uit multiplex, met of zonder kantlat, in de regel Exterieur 2 verlijmd;
  • Triplex deur (met lattenkern): heeft een massieve, uit latten samengestelde kern, en ook een afwerking met of zonder een kantlat;
  • Spaanplaat deur: bestaat geheel uit spaanplaat.
  • Naar beplating: hardkunststofdeur;
  • Naar deklaag: fineerdeur.
  • De deurplaat is voorzien van een bij het multiplex passende gelijmde kantlat, er blijft een naad zichtbaar;
  • De deklaag loopt door over de kantlat.
Randwerk
  • De stijlen en dorpels zijn in de regel van massief hardhout. Bij stijlen en dorpels van naaldhout bestaan deze in de regel uit twee delen om kromtrekken zoveel mogelijk te voorkomen. De onderlinge verbinding van de delen is zwaluwstaartvormig of "koud op elkaar". Bij hardhouten deuren is dit opzagen niet nodig;
  • De verbindingen tussen stijlen en dorpels kunnen zijn uitgevoerd met hardhouten deuvels dan wel met enkele of dubbele blinde pen- en gatverbindingen.
Panelen
  • Houten panelen, soms voorzien van een bossing, zijn in een sponning geplaatst of in een groef opgesloten. De panelen kunnen ook met opleg- of inleglijsten worden afgesloten;
  • Glazen panelen zijn in een glassponning aangebracht en opgesloten door middel van (hard)houten glaslatten, dan wel metalen of kunststofprofielen. Met glasroeden kan  een onderverdeling van het glasoppervlak worden verkregen.
Geluidwerende deuren/deurelementen
  • De opbouw van geluidwerende deuren hangt af van de gewenste geluidsisolatie. Het merendeel van de deuren dat als geluidwerende deur wordt toegepast, bestaat uit vlakke standaarddeuren;
  • Ter verbetering van de geluidwerende eigenschappen van deze deuren wordt er extra aandacht geschonken aan de aansluiting van de deur op het kozijn en op de onderdorpel;
  • Een nog betere afdichting wordt verkregen met speciale, flexibele, afdichtingsprofielen van kunststof of viltstroken. Voorzieningen aan de onderdorpel kunnen bestaan uit oploop- of valdorpelconstructies, in combinatie met kunststofschuim of vilt;
  • Geluidwerende deurelementen bestaan uit een geluidwerende deur in combinatie met een kozijn dat alle noodzakelijke voorzieningen heeft. Ook worden er deuren geleverd, waarvan de vulling uit twee of meer vezel(spaan-)platen bestaat, bij voorkeur van ongelijke dikte. Soms is er nog een geribde of van gaten voorziene vezelplaat tussen deze platen aangebracht.

    Een tandemconstructie (twee deuren achter elkaar) bestaat uit twee deuren bij voorkeur van ongelijke dikte, die met een bepaalde tussenruimte achter elkaar in hetzelfde of in een samengesteld kozijn worden geplaatst, meestal voorzien van de eerder genoemde afdichtingsvoorzieningen. De deuren zijn opgebouwd als een enkele geluidsisolerende deur.
Brandwerende deuren
  • Brandwerende deuren kunnen vlakke standaarddeuren zijn of deuren, die extra brandwerend vermogen krijgen door de toepassing van vullingen van minerale vezels of vezelplaten en/of beplatingen van cementgebonden minerale vezelplaat, beplatingen van triplex met vezelcement lagen of van door en door met brandvertragende zouten geïmpregneerd triplex;
  • Ook kunnen de houtverbindingen, sloten en draai- en sluitnaden zijn voorzien van bij verhitting opschuimend of onbrandbaar materiaal, dat tevens dienst doet als rookwering. Het deur-oppervlak kan zijn behandeld met brandvertragende verf;
  • Brandwerende deuren kunnen ook als schuifdeur worden uitgevoerd.
Stralingwerende deuren
  • Stralingwerende deuren, ter afsluiting van ruimten waar met (röntgen)stralen wordt gewerkt, ook wel röntgen- of looddeuren genoemd, zijn opgebouwd als massieve vlakke deuren met een inlage of beplating van lood, die doorloopt tot de deurrand;
  • De dikte van het lood hangt af van de te verwachten stralingsintensiteit. Bij toepassing van een enkele beplating moet deze zich aan de zijde van de stralingsbron bevinden.
Kogelwerende deuren
  • Kogelwerende deuren zijn eveneens opgebouwd als massieve vlakke deuren. Bij deze deuren bestaat de inlage of beplating uit staal of pantserhout (geïmpregneerde dunne fineerlagen) die meestal niet helemaal doorloopt tot de deurrand, zodat de deur in de breedte en hoogte nog enkele millimeters kan worden ingekort;
  • De dikte van de staalplaat hangt af van de eisen die de architect of veiligheidsdeskundige stelt.
  • Inbraakwerende deuren: zijn wat opbouw betreft gelijk aan kogelwerende deuren, echter de beplating of inlage is minder zwaar.
  • Faraday-deuren: dit type deuren wordt ter afscherming van elektro-magnetische velden toegepast, bestaan uit een sandwichconstructie waartussen zich verzinkt gaas.
Enkele draaideuren
  • Enkele draaideuren kunnen zijn uitgevoerd als stompe of  opdekdeur. Bij stompe deuren is de sponningbreedte van het kozijn gelijk aan de deurdikte, zodat voorkant kozijn en voorkant deur in één vlak liggen, of enkele mm groter; de sluitnaden blijven zichtbaar;
  • Bij opdekdeuren is de sponningbreedte van het kozijn kleiner dan de deurdikte en is de deur voorzien van een sponning, de opdeksponning, of van een kunststof opdekprofiel, zodat de naad tussen deur en kozijn wordt afgedekt door een overslag.
Dubbele draaideuren
  • Dubbele draaideuren kunnen zijn uitgevoerd met een tongnaaldconstructie. (Stolpnaalden worden nagenoeg alleen voor buitendeuren toegepast; de deuren moeten gelijktijdig geopend worden.);
  • De tong- (of slag-) naaldconstructie kan worden gevormd door (hard) houten aanslaglatten of naalden, door stalen strippen of T-profielen;
  • Ook zijn er aluminium tongnaaldprofielen in de handel.
Schuifdeuren
  • Alle deurtypen kunnen worden uitgevoerd als schuifdeur en behoeven in principe slechts een aanpassing t.b.v. het hang- en sluitwerk en de afdichting op het kozijn. Schuifdeuren kunnen aan de bovenzijde aan een rail worden afgehangen d.m.v. looprollen, of lopen d.m.v. rolsloten op een op de vloer aangebrachte rail. Ook is er een magnetisch systeem in de handel;
  • Geleiding aan boven- en onderzijde vindt plaats door geleiderollen en/of geleidelatten. De looprollen zijn met beugels zodanig aan de deur bevestigd dat het hart van de deur onder het hart van de rail ligt;
  • Rolsloten worden meestal in een slof geplaatst. Dubbele schuifdeuren sluiten met naaldstukken in elkaar.
Doordraaiende deuren
  • Enkele en dubbele doordraaiende deuren worden in het midden van het kozijn geplaatst, sponningen ontbreken;
  • De afdichting van de deuren aan de sluitzijde geschiedt met houten of flexibele naaldstukken. Deze afdichtingen zijn niet tochtdicht;
  • De flexibele uitvoering in rubber, kunststof of met borstels geeft een betere afdichting en is veiliger dan die in hout.
  • Bij fabrieksdeuren van grenen- of vurenhout worden de stijlen en dorpels meestal opgezaagd in twee of meer delen en met de draadrichting tegengesteld, weer aan elkaar gelijmd om de gevolgen van het werken van het hout zoveel mogelijk te voorkomen;
  • Triplex panelen worden geheel passend gemaakt;
  • Massief houten panelen worden in de hoogte passend (tegen het schranken van de deur) en in de breedte (i.v.m. het uitzetten van de panelen) ruim passend geplaatst;
  • Ten gevolge van de machinale productiewijze en de goede kwaliteit van de lijmen zijn de verbindingen steeds meer vereenvoudigd. Voor de verbinding van stijlen en dorpels wordt in dit verband de deuvelverbinding het meest toegepast. De stijlen en dorpels worden dan meestal gecontramald;
  • Onbehandelde of blankwerkdeuren: deze deuren zijn geheel geschuurd en gereed om te worden gelakt met een blanke of transparant gekleurde lak dan wel met een beits.
Voorbewerkte of verfwerkdeuren
  • Deze (vlakke) deuren zijn voorzien van één of meer grond- en/of plamuurlagen;
  • Voorbewerkte deuren kunnen in de regel met alle gangbare verfsystemen worden afgelakt, eventueel na voorafgaand overleg met de deur- en/of verffabrikant.
Afgewerkte deuren
  • Afgewerkte fineerdeuren zijn blank of transparant gekleurd gelakt, dan wel gebeitst of volgens een gietsysteem gelakt;
  • Lakdeuren zijn meestal geheel afgelakt of gemoffeld.

Vorm en afmeting

Vorm van houten binnendeuren

Binnendeuren zijn rechthoekig van vorm. Voor bijzondere doeleinden, b.v. zolderkamers of kelders, kan het nodig zijn i.v.m. de beschikbare constructiehoogte, de bovenzijde van standaard deuren af te schuinen. Panelen en glasopeningen kunnen rechthoekig of vierkant zijn; glasopeningen in vlakke deuren zijn ook wel rond. De meeste fabrikanten leveren een standaardprogramma glas- en paneeldeuren; enkele ook deuren volgens tekening.

Afmetingen van houten binnendeuren

De bepaling van de afmetingen van stompe en opdekdeuren zijn vastgelegd in NEN-EN 951 en NEN-EN 952. Volgens de NEN-EN 951 moet de dikte minimaal 38 mm zijn. Het Bouwbesluit stelt voor verblijfsgebieden en verblijfsruimtes en voor deuren op vluchtroutes eisen aan de vrije doorgang. Die moet voor de breedte minimaal 850 mm bedragen, voor de hoogte minimaal 2.300 mm. Dat resulteert in deurbreedtes van minimaal  880 mm en deurhoogtes van minimaal 2.315 mm. De netto breedte (na pas schaven) is voor stompe deuren 4 mm kleiner. Voor opdekdeuren geldt alleen deze netto breedte; de grootte van het opdekprofiel blijft buiten beschouwing.

De meeste fabrikanten leveren een standaardprogramma, dat een deel van deze maten omvat.

In de regel kunnen tegen meerprijs deuren met afwijkende maten worden geleverd.

In NEN-EN 951 is de methode vastgelegd voor het meten van de hoogte, de breedte en de dikte, alsmede de afwijkingen van de haaksheid van deuren die vlak en stijf zijn.

Het meten van de afwijkingen van de algemene vlakheid van een deur, waaronder wordt verstaan het samenvallen van alle randen van één deurvlak met een referentievlak, is vastgelegd in NEN-EN 952.

Toleranties

Volgens NEN-EN 951 bedraagt de tolerantie voor zowel de bruto- en netto-breedte als de hoogte +/- 1 mm, ook voor de dikte geldt een tolerantie van +/- 1 mm.

Maatcoördinatie

De maten zijn gebaseerd op modulaire openingen in wanden, waarin een deur met kozijn of omranding moet worden geplaatst, e.e.a. volgens NEN 6000.

Gewicht van houten binnendeuren

Het gewicht van binnendeuren is afhankelijk van de samenstelling van de deur. Ter indicatie het gewicht van een aantal deurtypen:

Deurtype

Gewicht

vlakke deur met vulling open structuur

± 200 N

vlakke deur met roostervulling

± 300 N

massieve vlakke deur

± 375 N

geluidsisolerende deur

± 450 N

idem, met loden of stalen inlage of beplating

1.000-1.500 N

Uiterlijk van houten binnendeuren

Oppervlaktestructuur

Onbewerkte en voorbewerkte deuren worden geschuurd geleverd. Afgewerkte deuren zijn ter voorkoming van aanhechting van vuil zo glad mogelijk geverfd, gelakt of gemoffeld.

Deuren met een deklaag of beplating van kunststofplaatmateriaal of kunststoffolie hebben een glad oppervlak of hebben een reliëf, dan wel een op hout gelijkende nerfstructuur.

Speciale deuren zijn wat uiterlijk betreft vaak niet van de standaard schilderwerk- of fineerdeuren te onderscheiden.

Kleur, glans

De kleur en glans hangen af van de hout(fineer)soort, beplating of deklaag en afwerking. Bij afgewerkte deuren is de kleurkeuze gebonden aan een standaardkleurenprogramma. Deuren met niet-standaardkleuren worden tegen meerprijs geleverd.

Deuren met kunststofbeplating kunnen een mat tot glanzend oppervlak hebben; ze kunnen ook zijn uitgevoerd met een print.


Prestaties

Mechanische eigenschappen van houten binnendeuren

Productsterkte

Bij vlakke deuren levert de vulling samen met de beplating een belangrijke bijdrage aan de stijfheid en sterkte van de deur.

Bij vlakke deuren met een vulling met open structuur bestaat er kans op doorstoten van de beplating door stootbelasting.

Bij paneeldeuren worden de sterkte en de stijfheid bepaald door de afmetingen van de stijlen en dorpels en de uitvoering van de verbindingen, terwijl de panelen een bijdrage leveren aan de weerstand tegen schranken.

Voor glasdeuren geldt dat ronde en andere symmetrische openingen een minder nadelige invloed op de sterkte en stijfheid hebben dan asymmetrische openingen

In NEN-EN 947 wordt een uithangproef beschreven om de stijfheid van deuren te bepalen, terwijl in NEN-EN 950 de stootvastheid van deuren wordt geregeld.

Op kogel- en inbraakwerende deuren kunnen schietproeven met verschillende kalibers worden uitgevoerd, ten einde de mate van kogelwerendheid te bepalen.

In Duitsland heeft het Institut für Fenstertechnik in Rosenheim onderzoekingen verricht en werden onderling vergelijkbare beproevingsmethoden voor triplexdeuren ontwikkeld.

Er zijn twee klimaatklassen (I en II) en drie klassen voor de mechanische belasting (A, B en C) samengesteld.

Hierbij stelt de combinatie van klasse I met klasse A de laagste eisen, de combinatie van klasse II met klasse C de hoogste eisen aan de deur.

Deuren die volgens deze methode zijn beproefd, kunnen van een certificaat worden voorzien.

Oppervlakte-eigenschappen

Deuren met een kunststof beplating of deklaag bieden beter weerstand tegen krassen dan deuren met een geschilderd oppervlak.

Vuur, explosie en houten binnendeuren

Brandbaarheid

Houten binnendeuren, inclusief kunststof delen, zijn brandbaar.

Eventuele minerale vullingen, minerale en metalen beplatingen zijn onbrandbaar.

Rookontwikkeling

Het Bouwbesluit stelt dat de bepaalde rookdichtheid ten hoogste 10 m-1  mag bedragen, bepaald volgens NEN 6066. Langs beschermde routes en extra beschermde vluchtroutes mag de bepaalde rookdichtheid ten hoogste 5,4 m-1  bedragen.

Bij bepaling volgens NEN-EN 13501-1 bleek dat houten binnendeuren bij brand een matige rookontwikkeling vertonen (rookgetal hout < 60), m.u.v. de met hardboard beklede deuren, waarbij tijdelijk een sterke rookontwikkeling optreedt (rookgetal hardboard 120).

De rookontwikkeling van kunststofplaten komt volgens gegevens van de kunststofindustrie overeen met die van hout.

Brandwerendheid

Volgens het Bouwbesluit moet de weerstand tegen branddoorslag en -overslag tusen ruimten waardoor een vluchtweg voert en een andere ruimte tenminste 30 minuten bedragen, bepaald volgens NEN-EN 13501-1.

Volgens het Bouwbesluit geldt voor deuren in wanden die de scheiding vormen tussen brandcompartimenten onderling een eis van tenminste 60 minuten. Verschillende deurtypen zijn op brandwerendheid onderzocht volgens NEN 6069 en kunnen hier aan voldoen.

Bij de beproeving worden de deuren geplaatst in een kozijn en geldt de uitkomst voor de deur met het kozijn.

Vlakke deuren met een vulling van spaanplaat of geëxpandeerde kurk hebben een brandwerendheid van 30 à 40 minuten. Beduidend hogere uitkomsten kunnen worden verkregen met deuren met b.v. een stalen plaat tussen twee spaanplaten, een vezelcement beplating op spaanplaat of kunststof beplating op een hardhouten randwerk met steenwolvulling en al dan niet voorzien van bij brand tussen de deur en het kozijn opschuimend materiaal. De gebruikte spaanplaat is meestal van een zware persing.

Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen en houten binnendeuren

Luchtdoorlatendheid

Niet goed sluitende deuren en het ontbreken van een stofdorpel kunnen tochtverschijnselen veroorzaken. Flexibele afdichtingen in de sponningen en aan de onderzijde van de deur kunnen dit bezwaar opheffen.

Veranderingen

Zelfs bij goede conditionering van het hout tijdens de fabricage en bij een juiste uitvoering zal een houten deur onder invloed van vocht de neiging hebben krom te trekken, met als gevolg het ontstaan van kieren, slecht sluiten en rammelen van de deur.

Bij vlakke deuren met een vulling met een open structuur en massieve vlakke deuren is een symmetrische opbouw van de constructie van belang. Verschil in beplatingsdikte, materiaal en/of vezelverloop, alsmede eenzijdige beplating (bijvoorbeeld bij looddeuren) kunnen kromtrekken onder invloed van vocht tot gevolg hebben.

Bij fineerdeuren bestaat er kans op haarscheurtjes in het fineer, indien het vochtgehalte van de deur daalt onder 8%.

Bij paneeldeuren moeten massieve panelen los van het raamwerk kunnen werken.

In NEN-EN 1121 worden beproevingsmethoden beschreven voor deuren geplaatst tussen twee verschillende klimaten.

Bestandheid

Deuren met een vulling van spaanplaat, waarin ureumformaldehyde hars is gebruikt of met een roosterwerk van spaanplaat, zijn niet zonder meer bestand tegen vocht en daarom minder geschikt voor toepassing in vochtige ruimten, zoals doucheruimten of badkamers, dan wel ruimten met grote verschillen in vochtigheidsgraad. Tegen de eventuele inwerking van vocht moeten deze deuren een goede afdichting hebben in de vorm van een gesloten randwerk met beplating en moet de verlijming kookvast zijn. De onderzijde moet na eventueel afzagen dadelijk van een goede oppervlaktebehandeling worden voorzien, om opzuigen van vocht vanaf de onderzijde te voorkomen. Spaanplaat vervaardigd met fenolhars, is wel bestand tegen vocht.

Deuren met een deklaag of beplating van hardkunststof zijn zeer goed bestand tegen chemicaliën.

Thermische eigenschappen van houten binnendeuren

Uitzetting

De uitzetting is bij houten deuren meestal niet van belang omdat deze, mochten er al grote temperatuurverschillen zijn, wordt gecompenseerd door de daarbij optredende drogingskrimp, mits e.e.a. aan twee zijden plaatsvindt.

De uitzetting van kunststofplaten is 3 tot 20 maal groter dan die van hout, zodat, bij grote temperatuurverschillen ter weerszijden van een met kunststofplaten afgewerkte deur, wel kans op kromtrekken van de deur bestaat.

Geleiding

Ten aanzien van de thermische isolatie van binnendeuren bestaan geen eisen; wel kan worden opgemerkt dat het warmte-isolerend vermogen voor een groot deel afhangt van de constructie en uitvoering van de afdichting op het kozijn en de stofdorpel.

Optische eigenschappen van houten binnendeuren

Kleurechtheid
  • De meeste houtsoorten verkleuren onder invloed van ultraviolette stralen, ook wanneer deze met blanke lak zijn afgewerkt;
  • Lichte (fineer)soorten worden donkerder, donkere worden lichter;
  • Deuren bekleed met kunststofplaten of -folie zijn beter bestand tegen ultraviolette stralen.

Akoestische eigenschappen van houten binnendeuren

Luchtgeluidsisolatie

In het algemeen geldt dat de luchtgeluidsisolatie van deuren toeneemt naarmate de massa van de deur groter wordt.

Bij dubbele geluidwerende deuren dient de spouw tussen de deurbladen voldoende groot te zijn en dient er absorptiemateriaal in de spouw tegen de deuren aangebracht te zijn. Het blijkt dat sleutelgaten in de praktijk geen isolatieverlies geven.

De hoogste waarden worden gemeten bij geluidwerende deurelementen.

Enkele gemeten waarden voor de luchtgeluidsisolatie van houten binnendeuren (Rw, p):

Deurtype

Gem. luchtgeluids-isolatie in dB(A)

paneeldeur met triplex panelen

10 - 15

vlakke deur met vulling met open structuur

ca. 15

idem; met kierdichting rondom

15 - 20

vlakke deur met spaanplaat vulling

20 - 25

idem; met kierdichting rondom

25 - 30

idem; met kierdichting rondom

30 - 35

dubbele deuren

40 - 50

geluidwerend deurelement

45 - 50

Door toepassing van kunststof of rubberen afdichtingsprofielen in de deursponning zijn kieren redelijk geluiddicht af te sluiten, mits de profielen slap en voldoende breed zijn.

Beweegbare dorpelafsluitingen kunnen zeer effectief zijn, evenals vaste profielen in de onderzijde van de deur moet dan wel een dorpel worden toegepast en de deur nauwkeurig worden afgehangen.

Contactgeluidsisolatie, geluidsproductie

Het contactgeluid en lawaai dat ontstaat bij het "slaan" met deuren kan worden verminderd door verbetering van de deuraanslagen, zoals beschreven onder luchtgeluidsisolatie.


Toepassing

Functioneel bruikbaarheid van houten binnendeuren

  • Vlakke deuren met vulling: vlakke deuren met een vulling met open structuur zijn geschikt voor ruimten in woningen en kantoren; de uitvoering met massieve vulling met name voor intensief gebruik in de utiliteitssector;
  • Massieve vlakke deuren: deze deuren worden dan toegepast wanneer hoge eisen aan de mechanische eigenschappen worden gesteld;
  • Paneeldeuren: vinden toepassing in de (luxe) woningbouw en representatieve ruimten;
  • Speciale deuren:
    • Geluidwerende deuren worden meestal toegepast, indien standaard-deuren niet kunnen voldoen aan de specifieke eisen die men aan de geluidsisolatie t.a.v. een bepaalde ruimte stelt, zoals voor spreek-, hotel- en operatiekamers, bibliotheken en opnamestudio's;
    • Brandwerende deuren worden toegepast ter afscherming tegen brandgevaar als toegangsdeur tot centrale-verwarmingsruimten, hoogspanningscentrales, e.d. of als beveiliging van vlucht- en brandgangen in de woning- en utiliteitsbouw;
    • Stralingwerende deuren worden toegepast als toegangsdeur voor röntgenkamers voor stralingsdiagnose of radiotherapie;
    • Kogel- en inbraakwerende deuren worden toegepast als toegangsdeur voor kluizen en loketten bij bankinstellingen e.d.;
    • Faraday-deuren worden daar toegepast waar in laboratoria met elektro-magnetische straling wordt gewerkt.
       

Alle typen kunnen worden toegepast in houten, metalen en kunststof kozijnen. In de regel kunnen deze deuren worden toegepast als draai-, schuif- of doordraaiende deuren, zowel in enkele als dubbele uitvoering.

Schuifdeuren vervangen dikwijls draaideuren, indien er te weinig vrije (draai)ruimte is.

Doordraaiende deuren worden toegepast als toegangsdeur voor vestibules en hallen van woningen om tocht en kou buiten te sluiten. Tevens worden ze toegepast als tocht- en/of brandwerende deur in gangen van gebouwen waar intensief verkeer plaatsvindt, wanneer geen optimale afdichting is vereist; meestal zijn deze uitgevoerd als glasdeur, voorzien van gehard glas, draad- of spiegelglas.

Een product vinden? >> Houten binnendeuren op NBD-Online

Voorschriften van houten binnendeuren

Zomaar een vraag die op de redactie van NBD-Online leefde: waarom komt een wc-deur eigenlijk altijd op de hal uit? Hoofdredacteur Margo van Voskuilen zocht het voor u uit in het artikel Een wc-deur in de keuken of woonkamer…

Economische bruikbaarheid van houten binnendeuren

Opdekdeuren hebben in het werk een grotere maattolerantie dan stompe deuren, omdat de naad tussen kozijn en deur wordt afgedekt. Passchaven op het werk is daardoor in de regel niet meer nodig en omdat ze meestal geheel zijn afgewerkt niet wenselijk of niet mogelijk. Opdekdeuren worden in de regel afgehangen aan paumelles. Om deze redenen zijn ze eenvoudiger en sneller af te hangen dan stompe deuren.

Beschadigingen aan geschilderde deuren kunnen door overschilderen hersteld worden. Beschadigingen aan kunststof- en blank afgewerkte deuren zijn moeilijker te herstellen.

Ontwerpdetails van houten binnendeuren

  • Afhangen deuren: lichte draaideuren kunnen worden afgehangen aan drie scharnieren, dan wel 2 of 3 paumelles of fitsen, zware deuren bij voorkeur aan 4 scharnieren. Bij toepassing van paumelles dient voldoende ruimte te worden gelaten tussen bovenkant sponning en betimmering in verband met het uitlichten van de deur.
  • Draairichting deuren: draairichtingen van deuren op tekening worden doorgaans nog steeds aangegeven volgens NEN 270 (norm is vervallen en niet vervangen - red.);
  • Speling deuren: de speling tussen deur en kozijn bedraagt aan de hang- en bovenzijde 1-2 mm en aan de sluit- en onderzijde 2-2,5 mm;
  • Stralingwerende deuren: bij toepassing van stralingwerende deuren dienen er ook voorzieningen aan het kozijn te worden getroffen (bijvoorbeeld loden strips) om een doorgaande bescherming tegen röntgenstralen te verkrijgen.

Verwerking en montage

Transport van houten binnendeuren

  • Binnendeuren worden in de regel verpakt in kunststoffolie of karton en soms voorzien van kunststof of houten beschermhoeken;
  • Vervoer vindt liggend of staand plaats;
  • Het verdient aanbeveling de deuren zo kort mogelijk voor het afhangen aan te voeren, om de kans op beschadigingen op het werk zo klein mogelijk te houden;
  • Sommige vlakke deurtypen dienen dadelijk na aankomst op het werk van een voorlaklaag te worden voorzien.

Opslag van houten binnendeuren

Aan de opslag van binnendeuren dient de nodige zorg te worden besteed, om te voorkomen dat de deuren kromtrekken of beschadigen. De meeste fabrikanten hebben dan ook voor de opslag van de verschillende deurtypen voorschriften opgesteld. T.a.v. de opslagruimte wordt gesteld, dat deze droog, goed geventileerd en zonder grote temperatuurverschillen dient te zijn. De deuren kunnen verticaal of horizontaal worden opgeslagen. Horizontaal dienen ze zodanig op drie liggers te worden gestapeld, dat ze vrij van vocht en vuil blijven. Deuren met uitstekende delen (bijvoorbeeld glaslatten) dienen op drie stapellatjes te worden opgelegd. Niet-verpakte deuren dienen bij voorkeur te worden afgedekt.

Verwerking van houten binnendeuren

  • Ook voor de montage van de deuren hebben de meeste fabrikanten voorschriften opgesteld. Bij niet-afgewerkte stompe draaideuren wordt eerst de hangzijde pas en arm geschaafd, vervolgens wordt de deur aan de sluitzijde op breedte en arm geschaafd en tenslotte aan boven-en onderzijde passend geschaafd;
  • Zo nodig dienen nieuwe vellingkanten te worden geschaafd;
  • Vervolgens dienen slot en sluitplaat, scharnieren of paumelles te worden aangebracht;
  • Bij opdekdeuren behoeven in de regel alleen nog de paumelles met behulp van de soms bijgeleverde montagehulpstukken te worden gemonteerd, waarna de deur kan worden ingehangen.

Afwerking van houten binnendeuren

  • De meeste deuren hebben reeds een voorbewerking in de fabriek ondergaan, in de vorm van een tot twee plamuurlagen;
  • Indien de zijkanten, i.v.m. het afhangen zijn bewerkt , moeten deze eerst (opnieuw) worden gegrond en geplamuurd of gelakt. Het verdere afwerken bestaat uit schuren, voorlakken, slijpen en aflakken;
  • Overleg met deur- en/of verffabrikanten kan noodzakelijk zijn in verband met de toe te passen verfsoorten;
  • Glas voor glasdeuren wordt vastgezet met glaslatten, kunststof of metalen;
  • Indien glaslatten worden gebruikt, dient het glas in slappe grondverf of welpasta te worden gezet.

Verwerkingstijd van houten binnendeuren

Door Bouwkosten worden de volgende richttijden voor de montage gegeven:

  • Voor één deur: passtrijken aan drie zijden, afhangen aan drie paumelles en afmonteren: 1,27 manuur;
  • Voor één deur in serie: passtrijken aan drie zijden en afhangen aan drie paumelles: 0,5 manuur.

Onderhoud

Bediening van houten binnendeuren

Het is mogelijk de deuren te voorzien van accessoires, die de bediening vereenvoudigen, dan wel deze geheel of gedeeltelijk te automatiseren, waardoor bediening met druk-knop-, trek-, voet- of elleboogschakelaars en radar- of fotobesturing mogelijk wordt.

Onderhoud van houten binnendeuren

Het meest voorkomende onderhoud betreft het na-stellen of smeren van rollende delen, scharnieren of paumelles en het smeren van sloten met grafiet. Tot de onderhoudswerkzaamheden behoort ook het overschilderen of -lakken van de deur.

Het schoonmaken van deuren kan plaatsvinden met water of met niet-schurende huishoudelijke reinigingsmiddelen; deuren bekleed met kunststofplaten kunnen ook worden gedesinfecteerd met desinfecteer- en oplosmiddelen, mits niet sterk zuur of alkalisch.

Reparatie van houten binnendeuren

Doorhangen van deuren komt bij goed geconstrueerde deuren nagenoeg niet voor, zodat de reparaties zich beperken tot het vervangen of repareren van versleten hang- en sluitwerk, het vernieuwen van versleten tochtafdichtingsprofielen en het herstellen van krassen in het schilderwerk en/of gaten in de beplating.

Door de doorvoering van een nog steeds verder gaande standaardisatie is het uitwisselen van deuren zeer eenvoudig.


Kwaliteit en garantie

Certificering van houten binnendeuren

Voor KOMO attest-met-productcertificaten moeten binnendeuren voldoen aan KOMO BRL 2211.

Garantie op houten binnendeuren

De bij GND aangesloten fabrikanten bieden gegarandeerde kwaliteit in houten deuren. De verstrekte garanties worden door onafhankelijke instellingen gecontroleerd.

Indien blijkt dat men zich niet aan de door de fabrikanten opgestelde garantievoorschriften heeft gehouden, vervalt de garantie op de kwaliteit en hoedanigheid van de deur.

Economische factoren

Leveringsvoorwaarden van houten binnendeuren

Fabrikanten kunnen leveren volgens de Algemene Verkoopvoorwaarden voor Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie, de uniforme Verkoop-, Leverings- en Betalingsvoorwaarden van de Federatie Nederlandse Deurenindustrie of eigen voorwaarden.

Levering van houten binnendeuren

Levering vindt plaats via de fabrikant of bouwmaterialenhandel; bij grote aantallen of bijzondere deuren rechtstreeks via de fabrikant. Bij de bestelling van deuren die voorzien moeten worden van hang- en sluitwerk en/of voorgeboorde gaten hiervoor, wordt de typeaanduiding en draairichting van de deur nog steeds volgens NEN 270 opgegeven.

Technische service bij houten binnendeuren

De meeste fabrikanten kunnen zorgdragen voor advies en begeleiding en hebben een eigen servicedienst.

Milieu en gezondheid

Duurzaamheid van houten binnendeuren

Houten binnendeuren kunnen gemaakt worden van gecertificeerd hout. FSC en PEFC zijn de meest bekende, maar er zijn ook keurmerken als MTCS, SFI, CSA, ATFS, PAFC, ISO 14001 en overige keurmerken. Het Centrum Hout stelt met  Houtdatabase informatie per houtsoort beschikbaar.

Ook wordt door de Timber regulation van de EU illegaal gekapt hout geweerd van de Europese markt.

>> Lees meer over FSC in het artikel Greenpeace gaat niet over een nacht ijs

Referenties

Geraadpleegde literatuur

Onderstaande normen, uitvoeringsvoorschriften en wenken

Documentatie diverse fabrikanten

Walter Meyer-Bohe; Türen und Tore

Alexander Koch GmbH.

Wet- en regelgeving

Bouwbesluit

KOMO Beoordelingsrichtlijn 2211 Binnendeuren en/of buitendeuren

Normen en praktijkrichtlijnen

N 1180

Deuren voor gebouwen. Aanduiding van draairichting en beweegbaarheid

 

NEN 270 (vervallen)

Draairichting van deuren, ramen en luiken

NEN 1770

Brievengleuven en brievenbussen

NEN 6000

Modulaire coördinatie voor gebouwen - Begripsomschrijvingen, algemene bepalingen en regels voor plannen

NEN 3894

Brandbeveiliging van gebouwen - Hotels en andere logiesgebouwen

NEN 6064

Bepaling van de onbrandbaarheid van bouwmaterialen

NEN 6066

Bepaling van de rookproductie bij brand van bouwmateriaal (combinaties)

NEN 6068

Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten

NEN 6069

Beproeving en klassering van de brandwerendheid van bouwdelen en bouwproducten

NEN 6075

Bepaling van de weerstand tegen rookdoorgang tussen ruimten

NEN 6089

Bepaling van de opvang- en de doorstroomcapaciteit van een bouwwerk

 

NEN-EN 356

Glas in gebouwen - Beveiligingsbeglazing - Beproeving en classificatie van de weerstand tegen manuele aanval

NEN-EN 357

Glas voor gebouwen - Brandwerende glazen elementen met doorzichtige of doorschijnende producten van glas - Classificatie van brandwerendheid

NEN-EN 947

Scharnierende of taatsdeuren - Bepaling van de weerstand tegen verticale belasting

NEN-EN 950

Deurbladen - Bepaling van de weerstand tegen stoten met een hard lichaam

NEN-EN 951

Deurbladen - Meetmethode van hoogte, breedte, dikte en haaksheid

NEN-EN 952

Deurbladen - Algemene en plaatselijke vlakheid - Meetmethode

NEN-EN 947

Scharnierende of taatsdeuren - Bepaling van de weerstand tegen verticale belasting

NEN-EN 949

Ramen en vliesgevels, deuren, zonneschermen en luiken - Weerstand tegen stoten met een zacht en zwaar lichaam voor deuren

NEN-EN 1063

Glas voor gebouwen - Beveiligingsbeglazing - Beproeven en classificatie van de kogelwerendheid

NEN-EN 1121

Deuren - Gedrag bij plaatsing tussen twee verschillende klimaten – Beproevingsmethode

NEN-EN 1529

Deurbladen - Hoogte, breedte, dikte en haaksheid – Tolerantieklassen

NEN-EN 1530

Deurbladen - Algemene en plaatselijke vlakheid – Tolerantieklassen

NEN-EN 1634-1

Bepaling van de brandwerendheid en rookwerendheid van deuren, luiken, te openen ramen en hang- en sluitwerk - Deel 1: Brandwerendheidsproef van deuren, luiken en te openen ramen

NEN-EN 1634-2

Bepaling van de brandwerendheid en rookbeheersing van deuren, luiken, te openen ramen en hang- en sluitwerk - Deel 2: Brandwerende typeringsproef voor hang- en sluitwerk

NEN-EN 1634-3

Bepaling van de brandwerendheid en rookbeheersing van deuren, luiken, te openen ramen en hang- en sluitwerk - Deel 3: Beproeving van de weerstand tegen rookdoorgang van deuren en luiken

NEN-EN 13501Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen

NEN-EN 15269-1

Uitbreiding geldigheidsgebied van resultaten van brandwerendheids- en/of rookwerendheidsproeven voor deuren, luiken en te openen ramen, inclusief hang- en sluitwerk - Deel 1: Algemene eisen

NEN-EN 15269-2

Uitbreiding geldigheidsgebied van beproevingsresultaten van brandwerendheid en/of rookwerendheid van deuren en luiken inclusief hang-en sluitwerk - Deel 2: Scharnierende en taatsende deuren van staal

NEN-EN 15269-3

Uitbreiding geldigheidsgebied van resultaten van brandwerendheidsproeven en/of rookwerendheidsproeven voor deuren, luiken en te openen ramen, inclusief hang- en sluitwerk - Deel 3: Brandwerendheid van houten scharnierende en taatsende deuren en te openen ramen

NEN-EN 15269-5

Uitbreiding geldigheidsgebied van resultaten van brand- en rookwerendheidsproeven voor deuren, luiken en te openen ramen inclusief hang- en sluitwerk - Deel 5: Brandwerendheid van scharnierende en taatsende metaal omlijste glazen deuren en te openen ramen

NEN-EN 15269-7

Uitbreiding geldigheidsgebied van resultaten van brandwerendheidsproeven en rookwerendheidsproeven voor deuren, luiken en te openen ramen inclusief hang- en sluitwerk - Deel 7: Brandwerendheid van stalen schuifdeuren

NEN-EN 15269-20

Uitbreiding geldigheidsgebied van beproevingsresultaten van brandwerendheid en/of rookwerendheid van deuren en luiken inclusief hang-en sluitwerk - Deel 20: Stalen, houten en metaal omkaderde glazen scharnierende en taatsende rookwerende deuren

 

NPR 3577

Beglazen van gebouwen

NPR 5070

Geluidwering in woongebouwen - Voorbeelden van wanden en vloeren in steenachtige draagconstructies

NPR 5092

Geluidwering in gebouwen - Beoordeling van de resultaten van geluidmetingen conform NEN 5077

 

Klik hier om terug te gaan naar de themapagina binnendeuren.