Omschrijving
Liften komen in een groot aantal uitvoeringsvormen voor. Afhankelijk van het doel, de bouwkundige mogelijkheden en de aard van het gebruik wordt in nauwe samenwerking met de liftleverancier een lift in een bouwproject gekozen en verwerkt. In deze themapagina komen naast de hydraulische lift, tractielift, brandweerlift, schaarlift, platformlift en de autolift, ook de basisprincipes van de liftschacht, liftput, liftsnelheid, liftdeuren, machinekamers en de veiligheidsinstallaties aan bod.
Meteen een product vinden? >> Goederenliften op NBD-Online |
Kenmerken
- Hydraulische liften;
- Tractieliften;
- Schaarliften;
- Autoliften;
- Brandweerliften.
Referentienummers
- Liften en transport
- (66) Transportvoorzieningen
- 80.00 liftinstallaties
- Elektrische lift, Hydraulische lift, Huislift, Goederenlift
Samenstelling
Systeemopbouw van liften
Een liftinstallatie is een vast opgestelde hefinrichting voor verticaal transport van personen en/of goederen. Het transport vindt plaats in een kooi, die in een schacht langs vaste staande geleiders beweegt. Op vaste stopplaatsten is de mogelijkheid voor het in- en uitstappen en/of inladen van de cabine cq. kooi aanwezig.
De volgende typen liften worde onderscheiden:
- Hydraulische liften: liften voor hoge belasting;
- Elektrische liften, tractieliften: liften met hoger bereik en hoge snelheid;
- Schaarliften: platformliften, hoogwerkers, goederenheffers, mindervalideliften, huisliften, autoliften;
- Vacuümliften: liften op luchtdruk.
Hydraulische liften
Als een lift een hoge belasting, zoals goederen, moet verplaatsen wordt vaak een hydraulische lift toegepast. De hydraulische lift heeft over het algemeen, naast het grote hefvermogen, een kleine hefhoogte en een lage snelheid. Dat komt omdat een hydraulische lift werkt met een plunjer in een cilinder. De plunjer beweegt in de cilinder onder invloed van vloeistofdruk. Voor de opwaartse beweging wordt onder de plunjer olie geperst door middel van een elektrisch gedreven pomp, de olie daarvoor komt uit een oliereservoir. Om de plunjer te laten dalen, vloeit de olie terug in het reservoir. De vloeistofpomp draagt hierbij het gewicht van de kooi. Het extra vermogen dat hierbij van de motor gevraagd wordt, ligt bij een vergelijkbare capaciteit van een tractielift met gemak vier keer zo hoog.
>> Lees meer over hydraulische liften in Basiskennis Bouwkunde: Hydraulische liften |
Elektrische liften, tractieliften
Met elektrische liften, oftewel tractieliften, kunnen zeer grote hoogten en snelheden bereikt worden. Bij de tractieliften hangt de liftkooi aan kabels of riemen en wordt door middel van deze kabels of riemen omhooggetrokken of gevierd. De liftmachine bestaat uit elektronische draaimotoren en tractieschijven. De kabels of riemen lopen over deze schijf, elk in een groef. Vandaar dat een willekeurig aantal parallel lopende kabels gebruikt kunnen worden. Als het gewicht van de liftkooi inclusief belasting altijd gelijk zou blijven, met daar tegenover het contragewicht, zouden de draaimotoren alleen met de wrijving te maken hebben. Maar aangezien de kooibelasting veranderlijk is, hebben de draaimotoren extra vermogen nodig om het gewichtverschil tussen kooi en contragewicht te overbruggen.
>> Lees meer over elektrische liften in Basiskennis Bouwkunde: Elektrische liften, tractieliften |
Brandweerliften
De brandweerlift moet altijd blijven functioneren, ook bij brand en tijdens het blussen. Aparte (nood)stroomvoorzieningen moeten de functie garanderen. Als brandweerlieden tijdens het gebruik van de brandweerlift toch opgesloten raken, moet er evacuatie mogelijk zijn door middel van ladders en luiken. De snelheid van de lift is ook van belang, het hoogste niveau van het gebouw moet met deze lift binnen 1 minuut bereikt zijn.
>> Lees meer over brandweerliften in het thema-artikel Brandweerliften |
Schaarliften
Het principe van schaarliften berust op de gekoppelde helften van een schaar, met het rotatiepunt in het midden. Als aan de voet deze helften naar elkaar toe worden gebracht, stijgt het bovenste punt.
>> Lees meer over schaarliften en platformliften in het thema-artikel Schaarliften, platformliften |
Autoliften
Een autolift kan als schaarlift of mastlift uitgevoerd worden en vindt zijn toepassing in autoshowrooms, parkeergarages, kantoorpanden en appartementen.
>> Lees meer over autoliften in het thema-artikel Schaarliften, platformliften |
Parkeerliften
Om efficiënter gebruik te maken van de ruimte, kunnen parkeerliften in parkeergarages worden toegepast, zodat ook de hoogte van de ruimte wordt gebruikt voor het parkeren van auto’s. Er zijn mogelijkheden om per parkeerplek een parkeerlift te hebben, waarbij de lift dus alleen naar boven of beneden beweegt.
Om een complete rij in zijn geheel van een parkeerlift te voorzien, beschikken systemen ook over horizontaal verschuifbare parkeerplekken. Nadat de auto in de parkeerlift gereden is, stapt de bestuurder uit, loopt de parkeerlift uit en zet met een sleutel het systeem in werking. Bij het terughalen van de auto wordt de sleutel gebruikt om de parkeerlift te activeren en wordt de auto op dezelfde plek weer afgeleverd.
Parkeerliften of parkeersystemen worden toegepast in parkeergarages, binnenstedelijke parkeergarages en hotels. De sleutels worden door de beheerder geregeld.
Vacuümliften
De vacuümlift is een transportsysteem op luchtdruk, zonder kabels, hydrauliek of andere mechanische systemen. Lees er meer over in het thema-artikel Vacuümliften.
Elementopbouw van liften
Liftschachten
In de liftschachten mag niets dat niet met de liftinstallatie te maken heeft, aanwezig zijn. De schacht moet zuiver verticaal gebouwd worden en zo stevig zijn dat de geleiders van de liftkooi onwrikbaar bevestigd kunnen worden.
Liftputten
De liftputten worden gedimensioneerd op de kooidiepte. Ook worden er buffers in aangebracht, als onderdeel van veiligheidsvoorzieningen. De liftput moet zo diep zijn dat als de liftkooi onverhoopt naar beneden komt en op de buffers komt te rusten, een monteur zich daartegen kan bergen. De benodigde diepte is afhankelijk van de remweg van de liftkooi bij volledige belasting vanaf de hoogste stopplaats met de maximale snelheid.
Liftdeuren
De kooideuren en de schachtdeuren openen automatisch en gelijktijdig als de liftkooi de stopplaats heeft bereikt. De lift vertrekt niet naar de volgende stopplaats als de deuren niet dicht zijn, ze zijn gekoppeld aan een veiligheidsysteem. Het automatisch sluiten van de deuren, dat wordt ingesteld om een efficiënter liftgebruik na te streven, is ook beveiligd mocht er onverhoopt iemand op het laatste moment de lift in springen, gevolgd door een aangelijnde hond.
Machinekamer
Voor de aanwezige schakelapparatuur en regelapparatuur is het belangrijk dat de machinekamer vrij van condensvorming is. In de winter moet de machinekamer vorstvrij gehouden worden om alle smeermiddelen niet te koud en te stijf laten worden. De warmte die door de motor wordt geproduceerd moet via ventilatieopeningen afgevoerd worden.
Openingen vanuit de machinekamer naar de liftschacht dienen met de vastgestelde toleranties niet groter te zijn dan het doel dat ze dienen.
Veiligheidsinstallatie
Een vanginstallatie verhinderd dat de kooi naar beneden stort bij breuk van de kabels of riemen of het niet werken van de rem. De snelheid van de lift bepaald de soort vanginstallatie die toegepast wordt. De vanginstallatie en de snelheidsbegrenzer worden elektrisch gecontroleerd door middel van een contact in de veiligheidslijn. De veiligheidslijn is een seriële schakeling in de elektrische installatie van de lift die er voor zorgt dat de lift niet kan vertrekken of tot stilstand wordt gebracht als één van de contacten in de veiligheidslijn verbroken is.
De vanginstallatie wordt meestal bedient door een snelheidsbegrenzerkabel die vastzit aan de kooi en in de machineruimte over een snelheidsbegrenzerschijf loopt. Als de snelheid van de kooi toeneemt wordt door een pal de snelheidsbegrenzerschijf tot stilstand gebracht, waarna de snelheidsbegrenzerkabel tot stilstand komt. De snelheidsbegrenzerkabel bedient op de kooi een hefboommechanisme waardoor de vanginstallatie de kooi vast zal klemmen op de leiders. Bij indirect aangedreven hydraulische liften en tractieliften liften wordt meestal de vanginstallatie geactiveerd doordat de hijskabels slap worden.
De kooi moet ook tegen ‘omhoog vallen’ wordt beveiligd. Dit kan bijvoorbeeld door een vanginstallatie die ook in opwaartse richting werkt of een vang op het tegengewicht.
Lees meer over de veiligheid |
Materiaal en toebehoren van liften
Voor liften voor personenvervoer bieden leveranciers vaak een compleet gamma aan waaruit wanden en panelen, plafonds en verlichting, bedieningspanelen, leuningen, vloeren en afwerkingen zijn te kiezen.
De materialen lopen uiteen en verschillen per leverancier. Voorbeelden zijn:
- Wanden en panelen: melamine, hout, staal, roestvast staal, aluminium, vinyl, kunststof of textiel;
- Plafonds: RVS, kunststof, staal, hout, aluminium of gipskarton;
- Verlichting: modulair, concaaf paneel, convex paneel, asymmetrisch paneel convex paneel, spots, LED paneel (materiaal verlichting standaard polycarbonaat, optioneel massief polycarbonaat of glas);
- Plinten: aluminium, RVS, staal, rubber, kunststof;
- Leuningen: RVS, staal, aluminium, hout;.
- Vloeren: kunststof, rubber, metaal, linoleum, vinyl, keramiek of steen.
Vorm en afmeting
Vorm van liften
Zie de afbeeldingen.
Afmetingen van liften
Cabine-afmetingen zijn afhankelijk van aantal te vervoeren personen of goederen, alsmede van de afmetingen van de ter beschikking staande schacht; afmetingen volgens normbladen van de fabrikant.
Vooralsnog mag volgens het Bouwbesluit (art. 4.22) de vrije hoogte van een liftdeur lager zijn dan 2,3 meter. De meeste liftdeuren die worden aangeboden hebben een vrije hoogte van 2,1 meter. Het is wel denkbaar dat in de toekomst de vrije hoogte van liftdeuren aan dezelfde hoogte moet voldoen als aan andere toegangen in woongebouwen (2,3 meter).
De afmeting van de brandweerlift zelf is ook aan voorschriften gebonden, lees er meer over in thema-artikel Brandweerliften.
Een brancardlift heeft tenminste een liftkooi van 2,03 m diep bij een breedte van 1,05 m.
Prestaties
Liftsnelheden
De snelheid van de lift wordt in overeenstemming met het doel van de lift gekozen. Voor een hoge snelheid wordt de hefhoogte gedeeld door 20 seconden, voor een normale snelheid door 30 seconden en voor een langzame snelheid gedeeld door 40 seconden. De normale personenlift in Nederland heeft gewoonlijk een snelheid van 0,15 tot 1,6 meter per seconde. Bij een snelle lift moet gedacht worden aan 4 tot 10 meter per seconde.
Mechanische eigenschappen van liften
Draagvermogen:
- Personenlift: 200-650 kg, 650-2.500 kg;
- Goederenliften: 250-5.000 kg;
- Autoliften: 2.000-2.600 kg.
Vuur, explosie en liften
Schachtdeuren kunnen 30 minuten of 60 minuten brandwerend worden uitgevoerd.
Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen en liften
Bedieningspanelen moet beschermd worden tegen weersinvloeden als vocht en koude.
Een liftschacht in de buitenlucht moet tegen regen worden afgeschermd, zodanig dat het ook niet via de liftdeuren kan doordringen in de liftschacht.
Thermische eigenschappen van liften
Temperaturen in de liftschacht moeten tussen de 5-40 ºC blijven. Voor lagere en hogere temperaturen kan verwarming of koeling worden aangebracht.
Elektriciteit, magnetisme, straling van liften
- Aansluitspanning: 380/400 V of 230 V (2 of 3 fasen);
- Opgenomen vermogen: met name van liften is het opgenomen vermogen van belang bij de dimensionering van noodstroomaggregaten. De liften vormen vaak een belangrijk onderdeel van de apparaten, die in geval van nood in bedrijf moeten blijven.
Toepassing
Functionele bruikbaarheid van liften
De brandweerlift is de lift die voor de brandweer toegankelijk is, lees er meer over in thema-artikel Brandweerliften.
Voorschriften voor liften
Voor een brandweerlift moet een Programma van Eisen worden opgesteld, lees er meer over in thema-artikel Brandweerliften.
Het Bouwbesluit stelt in artikel 4.24 eisen aan de aanwezigheid voor een toegankelijkheidssector, een gebied dat rolstoelgebruikers zonder hulp kunnen bereiken.
Aantal liften
Volgens NEN 5080 moeten het aantal liften voor woongebouwen aan de volgende eisen voldoen:
- Woongebouwen, waarvan de hoogste vloer van een verblijfsgebied op meer dan 10 m boven straatpeil is gelegen, moeten van een brancardlift zijn voorzien;
- Woongebouwen, waarvan de hoogste vloer van een verblijfsgebied op meer dan 24 m boven straatpeil is gelegen, moeten zijn voorzien van ten minste twee, op elke stopplaats onderling bereikbare, liften;
- Woongebouwen voor de huisvesting van ouderen en/of gehandicapten, waarvan de hoogste vloer van een verblijfsgebied op meer dan 2,5 m boven straatpeil is gelegen, moeten van een brancardlift zijn voorzien;
- Woongebouwen voor de huisvesting van ouderen en/of gehandicapten, waarvan de hoogste vloer van een verblijfsgebied op meer dan 10 m boven straatpeil is gelegen, moeten zijn voorzien van ten minste twee, op elke stopplaats onderling bereikbare, liften.
Benodigde vervoerscapaciteit
Volgens NEN 5080 moet de vervoerscapaciteit voor woongebouwen aan de volgende eisen voldoen:
- Voor liften in woongebouwen moet de vervoercapaciteit per 5 min, in opwaartse richting ten minste 7,5 % van het aantal personen zijn, bepaald uit de bezetting volgens 3.3.1.;
- Voor liften in woongebouwen voor de huisvesting van ouderen en/of gehandicapten, moet de vervoercapaciteit per 5 min, in opwaartse richting ten minste 20 % van het aantal personen zijn, bepaald uit de bezetting volgens 3.3.2.
Ontwerpdetails van liften
De maattoleranties voor liftinstallaties zijn vaak kleiner dan de gebruikelijke toleranties in de bouw. Het is van belang om in een vroeg stadium de maatvoering voor de liften vast te leggen. Omdat gelijkwaardige producten door meerdere leveranciers worden aangeboden, kan het voorkomen dat men in de ontwerpfase al rekening gaat houden met de liftschacht- en liftputmaten van meerdere leveranciers.
Andere toepassingen van liften
De traplift wordt ook toegepast en wordt verder niet behandeld in deze pagina.
Verwerking en montage
Transport van liften
De leverancier verzorgt in het algemeen het transport van de liftonderdelen naar de bouwplaats.
Opslag van liften
Als tijdelijke opslag van onderdelen nodig is, moet hiervoor een droge ruimte beschikbaar zijn. Roestvorming moet voorkomen worden.
Voorbereiding voor liften
In het algemeen worden de sparingstekeningen door de leverancier aangeleverd. Ook wordt meestal het bevestigingsmateriaal door de leverancier geleverd, dan door de bouwkundige aannemer wordt verwerkt.
Als het gebouw regen- en waterdicht is en er is elektrische spanning beschikbaar, kan met de montage worden begonnen. De levering en de voorlopige plaatsing van zware onderdelen kan eerder plaatsvinden omdat er een kraan op het werk aanwezig moet zijn.
Montage van liften
De montage wordt vrijwel altijd door de leverancier uitgevoerd. Hij maakt daarbij zo nodig gebruik van het steigermateriaal dat door de bouwkundige aannemer wordt geleverd. Tijdens en na de montage moeten meestal nog bouwkundige werkzaamheden worden verricht, zoals het schilderen van de installatie en het aanwerken van kozijnen en vloeren.
Keuring van liften
Liften moeten binnen een jaar na de eerste ingebruikneming worden gekeurd. Vervolgens moeten ze daarna elk anderhalf jaar gekeurd worden (raadpleeg het Warenwetbesluit Liften en het Arbobesluit voor welke liften onafhankelijke keuringen gelden).
Onderhoud
Veel leveranciers hebben onderhoudscontracten voor het onderhoud van de liften. Zo'n contract omhelst bijvoorbeeld periodieke controles, preventief onderhoud en het verhelpen van storingen.
Kwaliteit en garantie
Certificering van liften
Liften en veiligheidscomponenten voor liften die in de handel worden gebracht, moeten volgens de Warenwetbesluit liften 2016 voorzien zijn van de CE-markering.
Garantie op liften
Meestal van 3 maanden tot 1 jaar.
Economische factoren
Leveringsvoorwaarden van liften
De leveringen worden meestal door de leverancier aangeboden volgens de voorwaarden van de branchevereniging waar de leverancier bij aangesloten is.
Levering van liften
Door de leverancier, meestal inclusief montage.
Levertijd van liften
Omdat onderdelen uit het buitenland kunnen komen, moet in het algemeen een levertijd van enkele maanden worden aangehouden.
Referenties
Geraadpleegde documentatie
- Jellema 6C Bouwtechniek Installaties - Liften en roltrappen (ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2e druk)
- Warenwetbesluit liften 2016
- Staatsblad 2001/410 Bouwbesluit
- Richtlijn machines (2006/42/EG)
- Liftinstituut
- VDI 4707:1 Energy Efficiency Label for Elevators
- Documentatie van leveranciers en fabrikanten
Normen van het Nederlands Normalisatie Instituut
NEN-EN 81-serie | Veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en aanbrengen van liften |
NEN 5080 | Personenliften in woongebouwen - Afmetingen en functionele eisen |
NEN-EN-ISO 25745 | Energieprestatie van liften, roltrappen en rolpaden - Deel 1 t/m 3 |
Overige normen
ISO 4190-1 | Installatie van personen- en goederenliften - Deel 1: Liften van de klasse I, II, III en IV |
NPR 5081 | Personenliften in woongebouwen: berekening van de vervoerscapaciteit met rekenvoorbeelden en aanbevelingen voor ontwerp en uitvoering |
Extra Informatie
- Bouwbesluit art. 2.184
- Bouwbesluit art. 4.22 Vrije doorgang
- Bouwbesluit art. 4.24 Aanwezigheid toegankelijkheidssector
- SBR Infoblad 291
- SBR Infoblad 325
- Staatsblad 2001/410 Bouwbesluit
- Richtlijn machines (2006/42/EG)
- VDI 4707:1 Energy Efficiency Label for Elevators
- PvE brandweerliften
- VLR - De Nederlandse Vereniging voor Lift- en Roltraptechniek
- Brancheorganisatie Lifttechnische Bedrijven