Omschrijving
Elektrische liften worden tegenwoordig ook wel tractieliften genoemd, maar rond de 19e eeuwwisseling waren het nog wel twee verschillende liften. Tractieliften kunnen een zeer hoge snelheid bereiken. De liftkooi wordt opgehangen aan riemen of kabels en gaat door de wrijving (tractie) tussen de riemen/hijskabels en de groeven van de tractieschijf omlaag of omhoog. De tractieschijf wordt aangedreven door elektronische draaimotoren.
Een product vinden? >> Elektrische liften op NBD-Online |
Kenmerken
- Panoramaliften zijn meestal tractieliften;
- Een tractielift kan een hoge snelheid bereiken.
Referentienummers
- Elektrische liften
- (66) Transportvoorzieningen
- 80.00 liftinstallaties
- Tractielift, Magneetlift, Elektrische lift
Samenstelling
Systeemopbouw van elektrische liften
Met tractieliften kunnen zeer grote hoogten en snelheden bereikt worden. Bij de tractieliften hangt de liftkooi aan kabels of riemen en wordt door middel van deze kabels of riemen omhooggetrokken of gevierd. De liftmachine bestaat uit elektronische draaimotoren en tractieschijven. De kabels of riemen lopen over deze schijf, elk in een groef. Vandaar dat een willekeurig aantal parallel lopende kabels gebruikt kunnen worden. Als het gewicht van de liftkooi inclusief belasting altijd gelijk zou blijven, met daar tegenover het contragewicht, zouden de draaimotoren alleen met de wrijving te maken hebben. Maar aangezien de kooibelasting veranderlijk is, hebben de draaimotoren extra vermogen nodig om het gewichtverschil tussen kooi en contragewicht te overbruggen.
De ‘klassieke’ elektrische lift is de variant met een aparte machinekamer. Die komt vooral bij hoge gebouwen voor. Panoramaliften zijn ook vaak tractieliften die met machinekamer worden opgelost, om de techniek zoveel mogelijk weg te werken als de liftkooi van glas is ontworpen. Als een tractielift indirect wordt aangedreven wordt ook hier gesproken van een rugzaklift.
De machinekamerloze tractielift, oftewel de ‘conventionele’ tractielift, wordt standaard toegepast in woongebouwen. Alle voorzieningen passen binnen de afmetingen van de liftschacht. Dat betekent wel dat er boven de lift altijd met een uitloop rekening gehouden worden, waarbij personen bovenop de kooi moeten kunnen staan om onderhoud te plegen aan de liftmachine. Deze uitloop past niet binnen de standaard verdiepingshoogte.
Magneten ‘Klassiek’ en ‘conventioneel’ kunnen trouwens met een knipoog benaderd worden, aangezien de technische ontwikkelingen van kabels naar riemen, van machines met conventionele overbrenging naar magnetische overbrenging, van conventionele inspectie naar permanente controle een enorme vlucht nemen. |
Een product vinden? >> Elektrische liften op NBD-Online |
Elementopbouw van elektrische liften
Liftschachten
In de liftschachten mag niets dat niet met de liftinstallatie te maken heeft, aanwezig zijn. De schacht moet zuiver verticaal gebouwd worden en zo stevig zijn dat de geleiders van de liftkooi onwrikbaar bevestigd kunnen worden.
Liftputten
De liftputten worden gedimensioneerd op de kooidiepte. Ook worden er buffers in aangebracht, als onderdeel van veiligheidsvoorzieningen. De liftput moet zo diep zijn dat als de liftkooi onverhoopt naar beneden komt en op de buffers komt te rusten, een monteur zich daartegen kan bergen. De benodigde diepte is afhankelijk van de remweg van de liftkooi bij volledige belasting vanaf de hoogste stopplaats met de maximale snelheid.
Liftdeuren
De kooideuren en de schachtdeuren openen automatisch en gelijktijdig als de liftkooi de stopplaats heeft bereikt. De lift vertrekt niet naar de volgende stopplaats als de deuren niet dicht zijn, ze zijn gekoppeld aan een veiligheidsysteem. Het automatisch sluiten van de deuren, dat wordt ingesteld om een efficiënter liftgebruik na te streven, is ook beveiligd mocht er onverhoopt iemand op het laatste moment de lift in springen, gevolgd door een aangelijnde hond.
Machinekamer
Voor de aanwezige schakelapparatuur en regelapparatuur is het belangrijk dat de machinekamer vrij van condensvorming is. In de winter moet de machinekamer vorstvrij gehouden worden om alle smeermiddelen niet te koud en te stijf laten worden. De warmte die door de motor wordt geproduceerd moet via ventilatieopeningen afgevoerd worden.
Openingen vanuit de machinekamer naar de liftschacht dienen met de vastgestelde toleranties niet groter te zijn dan het doel dat ze dienen.
Veiligheidsinstallatie
Een vanginstallatie verhinderd dat de kooi naar beneden stort bij breuk van de kabels of riemen of het niet werken van de rem. De snelheid van de lift bepaald de soort vanginstallatie die toegepast wordt. De vanginstallatie en de snelheidsbegrenzer worden elektrisch gecontroleerd door middel van een contact in de veiligheidslijn. De veiligheidslijn is een seriële schakeling in de elektrische installatie van de lift die er voor zorgt dat de lift niet kan vertrekken of tot stilstand wordt gebracht als één van de contacten in de veiligheidslijn verbroken is.
De vanginstallatie wordt meestal bedient door een snelheidsbegrenzerkabel die vastzit aan de kooi en in de machineruimte over een snelheidsbegrenzerschijf loopt. Als de snelheid van de kooi toeneemt wordt door een pal de snelheidsbegrenzerschijf tot stilstand gebracht, waarna de snelheidsbegrenzerkabel tot stilstand komt. De snelheidsbegrenzerkabel bedient op de kooi een hefboommechanisme waardoor de vanginstallatie de kooi vast zal klemmen op de leiders. Bij indirect aangedreven hydraulische liften en tractieliften liften wordt meestal de vanginstallatie geactiveerd doordat de hijskabels slap worden.
De kooi moet ook tegen ‘omhoog vallen’ wordt beveiligd. Dit kan bijvoorbeeld door een vanginstallatie die ook in opwaartse richting werkt of een vang op het tegengewicht. Als veiligheid wordt doorgaans het contragewicht zo gekozen dat het anderhalf keer zo groot is als de totaal maximale kooibelasting. |
Materiaal en toebehoren van elektrische liften
Voor liften voor personenvervoer bieden leveranciers vaak een compleet gamma aan waaruit wanden en panelen, plafonds en verlichting, bedieningspanelen, leuningen, vloeren en afwerkingen zijn te kiezen.
De materialen lopen uiteen en verschillen per leverancier. Voorbeelden zijn:
- Wanden en panelen: melamine, hout, staal, roestvast staal, aluminium, vinyl, kunststof of textiel;
- Plafonds: RVS, kunststof, staal, hout, aluminium of gipskarton;
- Verlichting: modulair, concaaf paneel, convex paneel, asymmetrisch paneel convex paneel, spots, LED paneel (materiaal verlichting standaard polycarbonaat, optioneel massief polycarbonaat of glas);
- Plinten: aluminium, RVS, staal, rubber, kunststof;
- Leuningen: RVS, staal, aluminium, hout;.
- Vloeren: kunststof, rubber, metaal, linoleum, vinyl, keramiek of steen.
Vorm en afmeting
Prestaties
Toepassing
Verwerking en montage
Kwaliteit en garantie
Certificering van elektrische liften
Liften en veiligheidscomponenten voor liften die in de handel worden gebracht, moeten volgens de Warenwetbesluit liften 2016 voorzien zijn van de CE-markering.
Garantie op elektrische liften
Meestal van 3 maanden tot 1 jaar.
Referenties
Geraadpleegde documentatie
- Jellema 6C Bouwtechniek Installaties - Liften en roltrappen (ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2e druk)
- SBR infoblad 291 en 325
- Warenwetbesluit liften 2016
- Staatsblad 2001/410 Bouwbesluit
- Richtlijn machines (2006/42/EG)
- Liftinstituut
- VDI 4707:1 Energy Efficiency Label for Elevators
- Rond 1900: Liften en roltrappen rond 1900
- Documentatie van leveranciers en fabrikanten
Normen van het Nederlands Normalisatie Instituut
NEN-EN 81-serie | Veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en aanbrengen van liften |
NEN 5080 | Personenliften in woongebouwen - Afmetingen en functionele eisen |
NEN-EN-ISO 25745 | Energieprestatie van liften, roltrappen en rolpaden - Deel 1 t/m 3 |
Overige normen
ISO 4190-1 | Installatie van personen- en goederenliften - Deel 1: Liften van de klasse I, II, III en IV |
NPR 5081 | Personenliften in woongebouwen: berekening van de vervoerscapaciteit met rekenvoorbeelden en aanbevelingen voor ontwerp en uitvoering |