Basiskennis Transportinstallaties: Elektrische liften, tractieliften

Hier leggen we uit hoe een elektrische lift of tractielift werkt en waar die wordt toegepast 

Omschrijving

Elektrische liften worden tegenwoordig ook wel tractieliften genoemd, maar rond de 19e eeuwwisseling waren het nog wel twee verschillende liften. Tractieliften kunnen een zeer hoge snelheid bereiken. De liftkooi wordt opgehangen aan riemen of kabels en gaat door de wrijving (tractie) tussen de riemen/hijskabels en de groeven van de tractieschijf omlaag of omhoog. De tractieschijf wordt aangedreven door elektronische draaimotoren.

Een product vinden? >> Elektrische liften op NBD-Online 

 

Kenmerken

  • Panoramaliften zijn meestal tractieliften;
  • Een tractielift kan een hoge snelheid bereiken.

Referentienummers


Samenstelling

Systeemopbouw van elektrische liften

Met tractieliften kunnen zeer grote hoogten en snelheden bereikt worden. Bij de tractieliften hangt de liftkooi aan kabels of riemen en wordt door middel van deze kabels of riemen omhooggetrokken of gevierd. De liftmachine bestaat uit elektronische draaimotoren en tractieschijven. De kabels of riemen lopen over deze schijf, elk in een groef. Vandaar dat een willekeurig aantal parallel lopende kabels gebruikt kunnen worden. Als het gewicht van de liftkooi inclusief belasting altijd gelijk zou blijven, met daar tegenover het contragewicht, zouden de draaimotoren alleen met de wrijving te maken hebben. Maar aangezien de kooibelasting veranderlijk is, hebben de draaimotoren extra vermogen nodig om het gewichtverschil tussen kooi en contragewicht te overbruggen.

De ‘klassieke’ elektrische lift is de variant met een aparte machinekamer. Die komt vooral bij hoge gebouwen voor. Panoramaliften zijn ook vaak tractieliften die met machinekamer worden opgelost, om de techniek zoveel mogelijk weg te werken als de liftkooi van glas is ontworpen. Als een tractielift indirect wordt aangedreven wordt ook hier gesproken van een rugzaklift.

De machinekamerloze tractielift, oftewel de ‘conventionele’ tractielift, wordt standaard toegepast in woongebouwen. Alle voorzieningen passen binnen de afmetingen van de liftschacht. Dat betekent wel dat er boven de lift altijd met een uitloop rekening gehouden worden, waarbij personen bovenop de kooi moeten kunnen staan om onderhoud te plegen aan de liftmachine.  Deze uitloop past niet binnen de standaard verdiepingshoogte.

Magneten

‘Klassiek’ en ‘conventioneel’ kunnen trouwens met een knipoog benaderd worden, aangezien de technische ontwikkelingen van kabels naar riemen, van machines met conventionele overbrenging naar magnetische overbrenging, van conventionele inspectie naar permanente controle een enorme vlucht nemen.

 

Een product vinden? >> Elektrische liften op NBD-Online 

Elementopbouw van elektrische liften

Liftschachten

In de liftschachten mag niets dat niet met de liftinstallatie te maken heeft, aanwezig zijn. De schacht moet zuiver verticaal gebouwd worden en zo stevig zijn dat de geleiders van de liftkooi onwrikbaar bevestigd kunnen worden.

Liftputten

De liftputten worden gedimensioneerd op de kooidiepte. Ook worden er buffers in aangebracht, als onderdeel van veiligheidsvoorzieningen. De liftput moet zo diep zijn dat als de liftkooi onverhoopt naar beneden komt en op de buffers komt te rusten, een monteur zich daartegen kan bergen. De benodigde diepte is afhankelijk van de remweg van de liftkooi bij volledige belasting vanaf de hoogste stopplaats met de maximale snelheid.

Liftdeuren

De kooideuren en de schachtdeuren openen automatisch en gelijktijdig als de liftkooi de stopplaats heeft bereikt. De lift vertrekt niet naar de volgende stopplaats als de deuren niet dicht zijn, ze zijn gekoppeld aan een veiligheidsysteem. Het automatisch sluiten van de deuren, dat wordt ingesteld om een efficiënter liftgebruik na te streven, is ook beveiligd mocht er onverhoopt iemand op het laatste moment de lift in springen, gevolgd door een aangelijnde hond.

Machinekamer

Voor de aanwezige schakelapparatuur en regelapparatuur is het belangrijk dat de machinekamer vrij van condensvorming is.  In de winter moet de machinekamer vorstvrij gehouden worden om alle smeermiddelen niet te koud en te stijf laten worden. De warmte die door de motor wordt geproduceerd moet via ventilatieopeningen afgevoerd worden.

Openingen vanuit de machinekamer naar de liftschacht dienen met de vastgestelde toleranties niet groter te zijn dan het doel dat ze dienen.

Veiligheidsinstallatie

Een vanginstallatie verhinderd dat de kooi naar beneden stort bij breuk van de kabels of riemen of het niet werken van de rem. De snelheid van de lift bepaald de soort vanginstallatie die toegepast wordt. De vanginstallatie en de snelheidsbegrenzer worden elektrisch gecontroleerd door middel van een contact in de veiligheidslijn. De veiligheidslijn is een seriële schakeling in de elektrische installatie van de lift die er voor zorgt dat de lift niet kan vertrekken of tot stilstand wordt gebracht als één van de contacten in de veiligheidslijn verbroken is.

De vanginstallatie wordt meestal bedient door een snelheidsbegrenzerkabel die vastzit aan de kooi en in de machineruimte over een snelheidsbegrenzerschijf loopt. Als de snelheid van de kooi toeneemt wordt door een pal de snelheidsbegrenzerschijf tot stilstand gebracht, waarna de snelheidsbegrenzerkabel tot stilstand komt. De snelheidsbegrenzerkabel bedient op de kooi een hefboommechanisme waardoor de vanginstallatie de kooi vast zal klemmen op de leiders. Bij indirect aangedreven hydraulische liften en tractieliften liften wordt meestal de vanginstallatie geactiveerd doordat de hijskabels slap worden.

De kooi moet ook tegen ‘omhoog vallen’ wordt beveiligd. Dit kan bijvoorbeeld door een vanginstallatie die ook in opwaartse richting werkt of een vang op het tegengewicht. Als veiligheid wordt doorgaans het contragewicht zo gekozen dat het anderhalf keer zo groot is als de totaal maximale kooibelasting.

Materiaal en toebehoren van elektrische liften

Voor liften voor personenvervoer bieden leveranciers vaak een compleet gamma aan waaruit wanden en panelen, plafonds en verlichting, bedieningspanelen, leuningen, vloeren en afwerkingen zijn te kiezen.

De materialen lopen uiteen en verschillen per leverancier. Voorbeelden zijn:

  • Wanden en panelen: melamine, hout, staal, roestvast staal, aluminium, vinyl, kunststof of textiel;
  • Plafonds: RVS, kunststof, staal, hout, aluminium of gipskarton;
  • Verlichting: modulair, concaaf paneel, convex paneel, asymmetrisch paneel convex paneel, spots, LED paneel (materiaal verlichting standaard polycarbonaat, optioneel massief polycarbonaat of glas);
  • Plinten: aluminium, RVS, staal, rubber, kunststof;
  • Leuningen: RVS, staal, aluminium, hout;.
  • Vloeren: kunststof, rubber, metaal, linoleum, vinyl, keramiek of steen.

Vorm en afmeting

Vorm van elektrische liften

Zie de afbeeldingen.

Afmetingen van elektrische liften

Cabine-afmetingen zijn afhankelijk van aantal te vervoeren personen of goederen, alsmede van de afmetingen van de ter beschikking staande schacht; afmetingen volgens normbladen van de fabrikant.

Vooralsnog mag volgens het Bouwbesluit (art. 4.22) de vrije hoogte van een liftdeur lager zijn dan 2,3 meter. De meeste liftdeuren die worden aangeboden hebben een vrije hoogte van 2,1 meter. Het is wel denkbaar dat in de toekomst de vrije hoogte van liftdeuren aan dezelfde hoogte moet voldoen als aan andere toegangen in woongebouwen (2,3 meter).

De afmeting van de brandweerlift zelf is ook aan voorschriften gebonden, lees er meer over in thema-artikel Brandweerliften.

Een brancardlift heeft tenminste een liftkooi van 2,03 m diep bij een breedte van 1,05 m.


Prestaties

Liftsnelheden

De snelheid van de lift wordt in overeenstemming met het doel van de lift gekozen. Voor een hoge snelheid wordt de hefhoogte gedeeld door 20 seconden, voor een normale snelheid door 30 seconden en voor een langzame snelheid gedeeld door 40 seconden. De normale personenlift in Nederland heeft gewoonlijk een snelheid van 0,15 tot 1,6 meter per seconde. Bij een snelle lift moet gedacht worden aan 4 tot 10 meter per seconde.

Mechanische eigenschappen van elektrische liften

Draagvermogen:

  • Personenlift: 200-650 kg, 650-2.500 kg;
  • Goederenliften: 250-5.000 kg;
  • Autoliften: 2.000-2.600 kg.

Vuur, explosie en elektrische liften

Schachtdeuren kunnen 30 minuten of 60 minuten brandwerend worden uitgevoerd.

Gassen, vloeistoffen, vaste stoffen en elektrische liften

Bedieningspanelen moet beschermd worden tegen weersinvloeden als vocht en koude.

Een liftschacht in de buitenlucht moet tegen regen worden afgeschermd, zodanig dat het ook niet via de liftdeuren kan doordringen in de liftschacht.

Thermische eigenschappen van elektrische liften

Temperaturen in de liftschacht moeten tussen de 5-40 ºC blijven. Voor lagere en hogere temperaturen kan verwarming of koeling worden aangebracht.

Elektriciteit voor elektrische liften

  • Aansluitspanning: 380/400 V of 230 V (2 of 3 fasen);
  • Opgenomen vermogen: met name van liften is het opgenomen vermogen van belang bij de dimensionering van noodstroomaggregaten. De liften vormen vaak een belangrijk onderdeel van de apparaten, die in geval van nood in bedrijf moeten blijven.

Toepassing

Functionele bruikbaarheid van liften

De brandweerlift is de lift die voor de brandweer toegankelijk is, lees er meer over in thema-artikel Brandweerliften.

Een product vinden? >> Elektrische liften op NBD-Online 

Voorschriften voor elektrische liften

Voor een brandweerlift moet een Programma van Eisen worden opgesteld, zoals voor andere brandveiligheidsinstallaties, lees er meer over in thema-artikel Brandweerliften.

Het Bouwbesluit stelt in artikel 4.24 eisen aan de aanwezigheid voor een toegankelijkheidssector, een gebied dat rolstoelgebruikers zonder hulp kunnen bereiken.

Aantal liften

Volgens NEN 5080 moeten het aantal liften voor woongebouwen aan de volgende eisen voldoen:

  • Woongebouwen, waarvan de hoogste vloer van een verblijfsgebied op meer dan 10 m boven straatpeil is gelegen, moeten van een brancardlift zijn voorzien;
  • Woongebouwen, waarvan de hoogste vloer van een verblijfsgebied op meer dan 24 m boven straatpeil is gelegen, moeten zijn voorzien van ten minste twee, op elke stopplaats onderling bereikbare, liften;
  • Woongebouwen voor de huisvesting van ouderen en/of gehandicapten, waarvan de hoogste vloer van een verblijfsgebied op meer dan 2,5 m boven straatpeil is gelegen, moeten van een brancardlift zijn voorzien;
  • Woongebouwen voor de huisvesting van ouderen en/of gehandicapten, waarvan de hoogste vloer van een verblijfsgebied op meer dan 10 m boven straatpeil is gelegen, moeten zijn voorzien van ten minste twee, op elke stopplaats onderling bereikbare, liften.
Benodigde vervoerscapaciteit

Volgens NEN 5080 moet de vervoerscapaciteit voor woongebouwen aan de volgende eisen voldoen:

  • Voor liften in woongebouwen moet de vervoercapaciteit per 5 min, in opwaartse richting ten minste 7,5 % van het aantal personen zijn, bepaald uit de bezetting volgens 3.3.1.;
  • Voor liften in woongebouwen voor de huisvesting van ouderen en/of gehandicapten, moet de vervoercapaciteit per 5 min, in opwaartse richting ten minste 20 % van het aantal personen zijn, bepaald uit de bezetting volgens 3.3.2.

Ontwerpdetails van elektrische liften

De maattoleranties voor liftinstallaties zijn vaak kleiner dan de gebruikelijke toleranties in de bouw. Het is van belang om in een vroeg stadium de maatvoering voor de liften vast te leggen. Omdat gelijkwaardige producten door meerdere leveranciers worden aangeboden, kan het voorkomen dat men in de ontwerpfase al rekening gaat houden met de liftschacht- en liftputmaten van meerdere leveranciers.


Verwerking en montage

Transport van elektrische liften

De leverancier verzorgt in het algemeen het transport van de liftonderdelen naar de bouwplaats.

Opslag van elektrische liften

Als tijdelijke opslag van onderdelen nodig is, moet hiervoor een droge ruimte beschikbaar zijn. Roestvorming moet voorkomen worden.

Voorbereiding voor elektrische liften

In het algemeen worden de sparingstekeningen door de leverancier aangeleverd. Ook wordt meestal het bevestigingsmateriaal door de leverancier geleverd, dan door de bouwkundige aannemer wordt verwerkt.

Als het gebouw regen- en waterdicht is en er is elektrische spanning beschikbaar, kan met de montage worden begonnen. De levering en de voorlopige plaatsing van zware onderdelen kan eerder plaatsvinden omdat er een kraan op het werk aanwezig moet zijn.

Montage van elektrische liften

De montage wordt vrijwel altijd door de leverancier uitgevoerd. Hij maakt daarbij zo nodig gebruik van het steigermateriaal dat door de bouwkundige aannemer wordt geleverd. Tijdens en na de montage moeten meestal nog bouwkundige werkzaamheden worden verricht, zoals het schilderen van de installatie en het aanwerken van kozijnen en vloeren.

Keuring van elektrische liften

Liften moeten binnen een jaar na de eerste ingebruikneming worden gekeurd. Vervolgens moeten ze daarna elk anderhalf jaar gekeurd worden (raadpleeg het Warenwetbesluit Liften en het Arbobesluit voor welke liften onafhankelijke keuringen gelden).


Kwaliteit en garantie

Certificering van elektrische liften

Liften en veiligheidscomponenten voor liften die in de handel worden gebracht, moeten volgens de Warenwetbesluit liften 2016 voorzien zijn van de CE-markering.

Garantie op elektrische liften

Meestal van 3 maanden tot 1 jaar.

Referenties

Geraadpleegde documentatie
Normen van het Nederlands Normalisatie Instituut

NEN-EN 81-serie

Veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en aanbrengen van liften

NEN 5080

Personenliften in woongebouwen - Afmetingen en functionele eisen

NEN-EN-ISO 25745

Energieprestatie van liften, roltrappen en rolpaden - Deel 1 t/m 3

 

Overige normen

ISO 4190-1

Installatie van personen- en goederenliften - Deel 1: Liften van de klasse I, II, III en IV

NPR 5081

Personenliften in woongebouwen: berekening van de

vervoerscapaciteit met rekenvoorbeelden en aanbevelingen voor ontwerp

en uitvoering